الزمر   سورة  : Az-Zumar


سورة Sura   الزمر   Az-Zumar
قُلْ إِنِّي أُمِرْتُ أَنْ أَعْبُدَ اللَّهَ مُخْلِصًا لَّهُ الدِّينَ (11) وَأُمِرْتُ لِأَنْ أَكُونَ أَوَّلَ الْمُسْلِمِينَ (12) قُلْ إِنِّي أَخَافُ إِنْ عَصَيْتُ رَبِّي عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ (13) قُلِ اللَّهَ أَعْبُدُ مُخْلِصًا لَّهُ دِينِي (14) فَاعْبُدُوا مَا شِئْتُم مِّن دُونِهِ ۗ قُلْ إِنَّ الْخَاسِرِينَ الَّذِينَ خَسِرُوا أَنفُسَهُمْ وَأَهْلِيهِمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ ۗ أَلَا ذَٰلِكَ هُوَ الْخُسْرَانُ الْمُبِينُ (15) لَهُم مِّن فَوْقِهِمْ ظُلَلٌ مِّنَ النَّارِ وَمِن تَحْتِهِمْ ظُلَلٌ ۚ ذَٰلِكَ يُخَوِّفُ اللَّهُ بِهِ عِبَادَهُ ۚ يَا عِبَادِ فَاتَّقُونِ (16) وَالَّذِينَ اجْتَنَبُوا الطَّاغُوتَ أَن يَعْبُدُوهَا وَأَنَابُوا إِلَى اللَّهِ لَهُمُ الْبُشْرَىٰ ۚ فَبَشِّرْ عِبَادِ (17) الَّذِينَ يَسْتَمِعُونَ الْقَوْلَ فَيَتَّبِعُونَ أَحْسَنَهُ ۚ أُولَٰئِكَ الَّذِينَ هَدَاهُمُ اللَّهُ ۖ وَأُولَٰئِكَ هُمْ أُولُو الْأَلْبَابِ (18) أَفَمَنْ حَقَّ عَلَيْهِ كَلِمَةُ الْعَذَابِ أَفَأَنتَ تُنقِذُ مَن فِي النَّارِ (19) لَٰكِنِ الَّذِينَ اتَّقَوْا رَبَّهُمْ لَهُمْ غُرَفٌ مِّن فَوْقِهَا غُرَفٌ مَّبْنِيَّةٌ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ ۖ وَعْدَ اللَّهِ ۖ لَا يُخْلِفُ اللَّهُ الْمِيعَادَ (20) أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ أَنزَلَ مِنَ السَّمَاءِ مَاءً فَسَلَكَهُ يَنَابِيعَ فِي الْأَرْضِ ثُمَّ يُخْرِجُ بِهِ زَرْعًا مُّخْتَلِفًا أَلْوَانُهُ ثُمَّ يَهِيجُ فَتَرَاهُ مُصْفَرًّا ثُمَّ يَجْعَلُهُ حُطَامًا ۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَذِكْرَىٰ لِأُولِي الْأَلْبَابِ (21)
الصفحة Page 460
(11) Zeg: "Voorwaar, ik ben bevelen om Allah te aanbidden, Hem zuiver aanbiddend.
(12) En ik ben bevolen om de eerste van de Moslims te zijn."
(13) Zeg: "Voorwaar, ik vrees. als ik mijn Heer ongehoorzaam ben, een bestraffing op een geweldige Dag."
(14) Zeg: "Allah is het Die ik aanbid, Hem zuiver aanbiddend.
(15) Aanbidt den maar naast Hem wat jullie willen." Zeg: "Voorwaar, de verliezers zijn degenen die zichzelf en hun familie (door hun slechte bestemming) verlies toebrengen op de Dag der Opstanding. Weet dat dat het duidelijke verlies is."
(16) Er zullen boven hen lagen van vuur zijn en onder hen lagen. Zo maakt Allah Zijn dienaren daarmee bevreesd. O Mijn dienaren, vreest Mj daarom.
(17) En degenen die het aanbidden van de Thagôet vemijden en die terugkeren tot Allah; voor Hen is er een verheugende tijding. Verheug daarom Mijn dienaren.
(18) Degenen die naar het woord luisteren en daarna het beste ervan volgen, zij zijn degenen die Allah heeft geleid en zij zijn de bezitters van verstand.
(19) Voor wie het woord van bestraffing bewaarheid is, zou jij (O Moehammad) hem kunnen redden die in de Hel is?
(20) Maar degenen die hun Heer vreesden; voor hen zijn er woningen waarboven (nog andere) woningen zijn gebouwd waar onder door de rivieren stromen. Als een belofte van Allah, Allah breekt de belofte niet.
(21) Zie jij niet dat Allah water uit de hemel doet neerdalen en het daarna doet samenstromen in bronnen die zich in de aarde bevinden? Vervolgens brengt Hij daar planten met verschillende kleuren me voort, en daarna worden ze droog en zie jij dat ze geel worden, den laat Hij ze tot stof worden. Voorwaar, daarin is zeker een lering voor de bezitters van verstand.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022