الصافات   سورة  : As-Saaffaat


سورة Sura   الصافات   As-Saaffaat
يَقُولُ أَإِنَّكَ لَمِنَ الْمُصَدِّقِينَ (52) أَإِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَامًا أَإِنَّا لَمَدِينُونَ (53) قَالَ هَلْ أَنتُم مُّطَّلِعُونَ (54) فَاطَّلَعَ فَرَآهُ فِي سَوَاءِ الْجَحِيمِ (55) قَالَ تَاللَّهِ إِن كِدتَّ لَتُرْدِينِ (56) وَلَوْلَا نِعْمَةُ رَبِّي لَكُنتُ مِنَ الْمُحْضَرِينَ (57) أَفَمَا نَحْنُ بِمَيِّتِينَ (58) إِلَّا مَوْتَتَنَا الْأُولَىٰ وَمَا نَحْنُ بِمُعَذَّبِينَ (59) إِنَّ هَٰذَا لَهُوَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ (60) لِمِثْلِ هَٰذَا فَلْيَعْمَلِ الْعَامِلُونَ (61) أَذَٰلِكَ خَيْرٌ نُّزُلًا أَمْ شَجَرَةُ الزَّقُّومِ (62) إِنَّا جَعَلْنَاهَا فِتْنَةً لِّلظَّالِمِينَ (63) إِنَّهَا شَجَرَةٌ تَخْرُجُ فِي أَصْلِ الْجَحِيمِ (64) طَلْعُهَا كَأَنَّهُ رُءُوسُ الشَّيَاطِينِ (65) فَإِنَّهُمْ لَآكِلُونَ مِنْهَا فَمَالِئُونَ مِنْهَا الْبُطُونَ (66) ثُمَّ إِنَّ لَهُمْ عَلَيْهَا لَشَوْبًا مِّنْ حَمِيمٍ (67) ثُمَّ إِنَّ مَرْجِعَهُمْ لَإِلَى الْجَحِيمِ (68) إِنَّهُمْ أَلْفَوْا آبَاءَهُمْ ضَالِّينَ (69) فَهُمْ عَلَىٰ آثَارِهِمْ يُهْرَعُونَ (70) وَلَقَدْ ضَلَّ قَبْلَهُمْ أَكْثَرُ الْأَوَّلِينَ (71) وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا فِيهِم مُّنذِرِينَ (72) فَانظُرْ كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُنذَرِينَ (73) إِلَّا عِبَادَ اللَّهِ الْمُخْلَصِينَ (74) وَلَقَدْ نَادَانَا نُوحٌ فَلَنِعْمَ الْمُجِيبُونَ (75) وَنَجَّيْنَاهُ وَأَهْلَهُ مِنَ الْكَرْبِ الْعَظِيمِ (76)
الصفحة Page 448
(52) Hij zei (vroeger tegen mij): "Voorwaar, behoor jij tot hen die (de Opstanding) bevestigen?
(53) Als wij dan al dood zijn, en tot aarde en beenderen zijn geworden, zullen wij dan zeker worden beoordeld?"'
(54) Hij zei (tegen de anderen in hct Paradijs): "Hebben jullie (dit) gezien?"
(55) Toen keek hij en zag hem in het midden van Djahîm (de Hel).
(56) Hij zei: "Bij Allah, jij hebt mij bijna in het ongeluk gestort.
(57) En als er niet de genade van mijn Heer geweest was, dan zou ik zeker tot de voorgeleiden (voor de Hel) behoren.
(58) Zullen wij dan niet sterven?
(59) Naut ons eerste sterven? En zullen wij niet worden bestraft?"
(60) Voorwaar, dat is zeker de geweldige overwinning.
(61) Voor zoiets, laten de werkenden daarvoor werken.
(62) Is die ontvangst beter, of de Zaqqôem-boom (in de Hel)?
(63) Voorwaar, Wij hebben hem tot een beproeving voor de onrechtvaardigen gemaakt.
(64) Voorwaar, het is een boom die voortkomt uit de bodem van Djahîm (de Hel).
(65) De kolven ervan zijn als satanskoppen.
(66) Voorwaar, dan zullen zij er van eten zodat zij er de buiken mee vullen.
(67) Daarna is er voor hen een drank, gemengd met kokend water.
(68) Tenslotte is hun terugkeer zeker naar Djahîm.
(69) Voorwaar, zij troffen hun vaderen in dwaling verkerend aan.
(70) Toen volgden zij hen haastig in hun voetsporen.
(71) En voorzeker dwaalden v??r hen de meesten van de vroegeren.
(72) En voorzeker hebben Wij uit hun midden waarschuwers gezonden,
(73) Zie dan (O Moehammad) hoe het einde was van de gewaamshuwden.
(74) Behalve (het einde van) de dienaren van Allah die, zuiver in hun aanbidding zijn.
(75) En voorzeker, Nôeh riep Ons aan, en Wij zijn zeker de beste verhorenden.
(76) En Wij redden hem en zijn volgelingen van de geweldige ramp.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022