يوسف   سورة  : Yusuf


سورة Sura   يوسف   Yusuf
فَلَمَّا جَهَّزَهُم بِجَهَازِهِمْ جَعَلَ السِّقَايَةَ فِي رَحْلِ أَخِيهِ ثُمَّ أَذَّنَ مُؤَذِّنٌ أَيَّتُهَا الْعِيرُ إِنَّكُمْ لَسَارِقُونَ (70) قَالُوا وَأَقْبَلُوا عَلَيْهِم مَّاذَا تَفْقِدُونَ (71) قَالُوا نَفْقِدُ صُوَاعَ الْمَلِكِ وَلِمَن جَاءَ بِهِ حِمْلُ بَعِيرٍ وَأَنَا بِهِ زَعِيمٌ (72) قَالُوا تَاللَّهِ لَقَدْ عَلِمْتُم مَّا جِئْنَا لِنُفْسِدَ فِي الْأَرْضِ وَمَا كُنَّا سَارِقِينَ (73) قَالُوا فَمَا جَزَاؤُهُ إِن كُنتُمْ كَاذِبِينَ (74) قَالُوا جَزَاؤُهُ مَن وُجِدَ فِي رَحْلِهِ فَهُوَ جَزَاؤُهُ ۚ كَذَٰلِكَ نَجْزِي الظَّالِمِينَ (75) فَبَدَأَ بِأَوْعِيَتِهِمْ قَبْلَ وِعَاءِ أَخِيهِ ثُمَّ اسْتَخْرَجَهَا مِن وِعَاءِ أَخِيهِ ۚ كَذَٰلِكَ كِدْنَا لِيُوسُفَ ۖ مَا كَانَ لِيَأْخُذَ أَخَاهُ فِي دِينِ الْمَلِكِ إِلَّا أَن يَشَاءَ اللَّهُ ۚ نَرْفَعُ دَرَجَاتٍ مَّن نَّشَاءُ ۗ وَفَوْقَ كُلِّ ذِي عِلْمٍ عَلِيمٌ (76) ۞ قَالُوا إِن يَسْرِقْ فَقَدْ سَرَقَ أَخٌ لَّهُ مِن قَبْلُ ۚ فَأَسَرَّهَا يُوسُفُ فِي نَفْسِهِ وَلَمْ يُبْدِهَا لَهُمْ ۚ قَالَ أَنتُمْ شَرٌّ مَّكَانًا ۖ وَاللَّهُ أَعْلَمُ بِمَا تَصِفُونَ (77) قَالُوا يَا أَيُّهَا الْعَزِيزُ إِنَّ لَهُ أَبًا شَيْخًا كَبِيرًا فَخُذْ أَحَدَنَا مَكَانَهُ ۖ إِنَّا نَرَاكَ مِنَ الْمُحْسِنِينَ (78)
الصفحة Page 244
(70) Toen hij ben van proviand voorzien had, stopte Yôesoef zijn drinkbeker in de proviandzak van zijn broeder. Toen riep een oproeper: "O jullie van de karavaan! Voorwaar, jullie zijn zeker dieven!"
(71) Zij zeiden, terwijl zij op hen toekwamen: "Wat missen jullie?"
(72) Zij zeiden: "Wij missen de drinkbeker van de koning, en wie hem terugbrengt zal een kameellading graan doen toekomnen, dat garandeer ik."
(73) Zij (de broeders van Yôesoef) zeiden: "Wij zweren bij Allah dat jullie zeker weten dat wij niet gekomen zijn om in het land verderf te zaaien en wij zijn ook geen dieven."
(74) Zij zeiden: "Wat zal de vergelding zijn als jullie leugenaars zijn?"
(75) Zij zeiden: "De bestraffing van degene bij wie de drinkbeker in zijn proviandzak gevonden wordt is dat hij zelf (als een slaaf) vastgehouden zal worden. Zo bestraffen wij de onrechtplegers."
(76) Toen begon hij (Yôesoef) hun proviondzakken te onderzoeken, v??r de proviandzak van zijn broeder, vervolgens haalde hij haar (de drinkbeker) uit de proviandzak van zijn broeder (Benyamin). Zo maakten Wij het plan voor Yôesoef. Het pastte hem niet om zijn broeder te bestraffen volgens de wet van de koning, behalve als Allah dat wilde. Wij verhogen de rang van wie Wij willen. En boven iedere bezitter van kennis, is er iemand met nog meer kennis.
(77) Zij zeiden: "Als hij steelt, voorzeker een broeder van hem heeft eerder gestolen." Yôesoef had dit geheim gehouden en niet aan hen verteld. Hij zei: "Jullie hebben een slechtere plaats hij Allah en Allah weet beter wat jullie beschrijven."
(78) Zij zeiden, "O al 'Azîz, voorwaar, hij heeft een oude vader, en neem daarom een van ons in plaats van hem. Voorwaar, wij zien dat jij tot de weldoeners behoort."
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022