يونس   سورة  : Yunus


سورة Sura   يونس   Yunus
أَلَا إِنَّ أَوْلِيَاءَ اللَّهِ لَا خَوْفٌ عَلَيْهِمْ وَلَا هُمْ يَحْزَنُونَ (62) الَّذِينَ آمَنُوا وَكَانُوا يَتَّقُونَ (63) لَهُمُ الْبُشْرَىٰ فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَفِي الْآخِرَةِ ۚ لَا تَبْدِيلَ لِكَلِمَاتِ اللَّهِ ۚ ذَٰلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ (64) وَلَا يَحْزُنكَ قَوْلُهُمْ ۘ إِنَّ الْعِزَّةَ لِلَّهِ جَمِيعًا ۚ هُوَ السَّمِيعُ الْعَلِيمُ (65) أَلَا إِنَّ لِلَّهِ مَن فِي السَّمَاوَاتِ وَمَن فِي الْأَرْضِ ۗ وَمَا يَتَّبِعُ الَّذِينَ يَدْعُونَ مِن دُونِ اللَّهِ شُرَكَاءَ ۚ إِن يَتَّبِعُونَ إِلَّا الظَّنَّ وَإِنْ هُمْ إِلَّا يَخْرُصُونَ (66) هُوَ الَّذِي جَعَلَ لَكُمُ اللَّيْلَ لِتَسْكُنُوا فِيهِ وَالنَّهَارَ مُبْصِرًا ۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَآيَاتٍ لِّقَوْمٍ يَسْمَعُونَ (67) قَالُوا اتَّخَذَ اللَّهُ وَلَدًا ۗ سُبْحَانَهُ ۖ هُوَ الْغَنِيُّ ۖ لَهُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ ۚ إِنْ عِندَكُم مِّن سُلْطَانٍ بِهَٰذَا ۚ أَتَقُولُونَ عَلَى اللَّهِ مَا لَا تَعْلَمُونَ (68) قُلْ إِنَّ الَّذِينَ يَفْتَرُونَ عَلَى اللَّهِ الْكَذِبَ لَا يُفْلِحُونَ (69) مَتَاعٌ فِي الدُّنْيَا ثُمَّ إِلَيْنَا مَرْجِعُهُمْ ثُمَّ نُذِيقُهُمُ الْعَذَابَ الشَّدِيدَ بِمَا كَانُوا يَكْفُرُونَ (70)
الصفحة Page 216
(62) Weet: voorwaar, er zal geen vrees over de geliefden van Allah komen en zij zullen niet treuren.
(63) Degenen die geloofden en voortdurend (Allah) vreesden.
(64) Voor hen is er de verheugende tijding in het wereldse leven en in het Hiernamaals. De Woorden van Allah kennen geen verandering. Dat is de geweldige overwinning.
(65) En laten hun woorden jou niet bedroeven: voorwaar, alle glorie behoort aan Allah, Hij is de Alhorende, de Alwetende.
(66) Weet: voorwaar, aan Allah behoort wat er in de hemelen en op de aarde is. En degenen die deelgenoten naast Allah aanroepen volgen geen (overtuiging), zij volgen niets dan vermoedens en zij doen niets dan liegen.
(67) Hij is Degene Die de nacht voor jullie heeft gemaakt opdat jullie er rust in vinden, en de dag om te zien. Voorwaar, daarin zijn zeker Tekenen voor een volk dat luistert.
(68) Zij (de Joden en de Christenen) zeggen: "Allah heeft Zich een zoon genomen." Heilig is Hij, Hij is de Behoefteloze, aan Hem behoort wat in de hemelen en op de aarde is. Jullie hebben daarvoor geen bewijs. Zeggen jullie over Allah wat jullie niet weten?
(69) Zeg: "Voorwaar, degenen die leugens over Allah verzinnen zullen niet welslagen."
(70) (Voor hen is er slechts) een genieting op de wereld, daarna is hun terugkeer tot Ons. Vervolgens doen Wij hen de harde bestraffing proeven wegens dat waaraan zij ongelovig plachten te zijn.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022