الفرقان   سورة  : Al-Furqaan


سورة Sura   الفرقان   Al-Furqaan
إِذَا رَأَتْهُم مِّن مَّكَانٍ بَعِيدٍ سَمِعُوا لَهَا تَغَيُّظًا وَزَفِيرًا (12) وَإِذَا أُلْقُوا مِنْهَا مَكَانًا ضَيِّقًا مُّقَرَّنِينَ دَعَوْا هُنَالِكَ ثُبُورًا (13) لَّا تَدْعُوا الْيَوْمَ ثُبُورًا وَاحِدًا وَادْعُوا ثُبُورًا كَثِيرًا (14) قُلْ أَذَٰلِكَ خَيْرٌ أَمْ جَنَّةُ الْخُلْدِ الَّتِي وُعِدَ الْمُتَّقُونَ ۚ كَانَتْ لَهُمْ جَزَاءً وَمَصِيرًا (15) لَّهُمْ فِيهَا مَا يَشَاءُونَ خَالِدِينَ ۚ كَانَ عَلَىٰ رَبِّكَ وَعْدًا مَّسْئُولًا (16) وَيَوْمَ يَحْشُرُهُمْ وَمَا يَعْبُدُونَ مِن دُونِ اللَّهِ فَيَقُولُ أَأَنتُمْ أَضْلَلْتُمْ عِبَادِي هَٰؤُلَاءِ أَمْ هُمْ ضَلُّوا السَّبِيلَ (17) قَالُوا سُبْحَانَكَ مَا كَانَ يَنبَغِي لَنَا أَن نَّتَّخِذَ مِن دُونِكَ مِنْ أَوْلِيَاءَ وَلَٰكِن مَّتَّعْتَهُمْ وَآبَاءَهُمْ حَتَّىٰ نَسُوا الذِّكْرَ وَكَانُوا قَوْمًا بُورًا (18) فَقَدْ كَذَّبُوكُم بِمَا تَقُولُونَ فَمَا تَسْتَطِيعُونَ صَرْفًا وَلَا نَصْرًا ۚ وَمَن يَظْلِم مِّنكُمْ نُذِقْهُ عَذَابًا كَبِيرًا (19) وَمَا أَرْسَلْنَا قَبْلَكَ مِنَ الْمُرْسَلِينَ إِلَّا إِنَّهُمْ لَيَأْكُلُونَ الطَّعَامَ وَيَمْشُونَ فِي الْأَسْوَاقِ ۗ وَجَعَلْنَا بَعْضَكُمْ لِبَعْضٍ فِتْنَةً أَتَصْبِرُونَ ۗ وَكَانَ رَبُّكَ بَصِيرًا (20)
الصفحة Page 361
(12) Wanneer dat (vuur) hen van een verre plaats ziet horen zij haar gesteun en gekrijs.
(13) En wanneer zij er gebonden uitgeworpen werden naar een enge plaats, dan smeken zij daar om vernietiging.
(14) Smeekt op die Dag niet om één vernietiging, smeekt om vele vernietigingen!
(15) Zeg: "Is dat beter of de eeuwige tuin (het Paradijs) die aan de Moettaqôen beloofd is? Het is voor hen een beloning en een eindbestemming."
(16) Voor hen is daarin alles wat zij wensen; eeuwig levend (daarin): het is een belofte van jouw Heer, waarnaar gevraagd mag worden.
(17) En op de Dag waarop Hij hen en wat zij naast Allah aanbidden zal verzamelen, zal Hij zeggen: jullie het, die Mijn dienaren deden dwalen, of zijn zij zelf van de Weg gedwaald?"
(18) Zij zullen zeggen: "Heilig bent U, het past ons niet dat wij buiten U beschermers genomen hebben, maar U hebt hen en hun vaderen laten genieten totdat zij de vermaning vergaten en een vernietigd volk geworden waren."
(19) (Allah zal zeggen:) "Zij hebben jullie van leugens beticht over wat jullie zeiden. Jullie zijn niet in staat (de bestraffing) af te wenden en (er is) geen hulp. En wie van jullie onrecht pleegt: hem doen Wij de grootste bestraffing proeven."
(20) En Wij zonden geen Boodschappers v??r jou, of zij aten voedsel en zij gingen op de markten rond. En Wij hebben sommigen van jullie tot een beproeving voor anderen gemaakt: zullen jullie geduld hebben? En jouw Heer is Alziende.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022