الإسراء   سورة  : Al-Israa


سورة Sura   الإسراء   Al-Israa
عَسَىٰ رَبُّكُمْ أَن يَرْحَمَكُمْ ۚ وَإِنْ عُدتُّمْ عُدْنَا ۘ وَجَعَلْنَا جَهَنَّمَ لِلْكَافِرِينَ حَصِيرًا (8) إِنَّ هَٰذَا الْقُرْآنَ يَهْدِي لِلَّتِي هِيَ أَقْوَمُ وَيُبَشِّرُ الْمُؤْمِنِينَ الَّذِينَ يَعْمَلُونَ الصَّالِحَاتِ أَنَّ لَهُمْ أَجْرًا كَبِيرًا (9) وَأَنَّ الَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِالْآخِرَةِ أَعْتَدْنَا لَهُمْ عَذَابًا أَلِيمًا (10) وَيَدْعُ الْإِنسَانُ بِالشَّرِّ دُعَاءَهُ بِالْخَيْرِ ۖ وَكَانَ الْإِنسَانُ عَجُولًا (11) وَجَعَلْنَا اللَّيْلَ وَالنَّهَارَ آيَتَيْنِ ۖ فَمَحَوْنَا آيَةَ اللَّيْلِ وَجَعَلْنَا آيَةَ النَّهَارِ مُبْصِرَةً لِّتَبْتَغُوا فَضْلًا مِّن رَّبِّكُمْ وَلِتَعْلَمُوا عَدَدَ السِّنِينَ وَالْحِسَابَ ۚ وَكُلَّ شَيْءٍ فَصَّلْنَاهُ تَفْصِيلًا (12) وَكُلَّ إِنسَانٍ أَلْزَمْنَاهُ طَائِرَهُ فِي عُنُقِهِ ۖ وَنُخْرِجُ لَهُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ كِتَابًا يَلْقَاهُ مَنشُورًا (13) اقْرَأْ كِتَابَكَ كَفَىٰ بِنَفْسِكَ الْيَوْمَ عَلَيْكَ حَسِيبًا (14) مَّنِ اهْتَدَىٰ فَإِنَّمَا يَهْتَدِي لِنَفْسِهِ ۖ وَمَن ضَلَّ فَإِنَّمَا يَضِلُّ عَلَيْهَا ۚ وَلَا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِزْرَ أُخْرَىٰ ۗ وَمَا كُنَّا مُعَذِّبِينَ حَتَّىٰ نَبْعَثَ رَسُولًا (15) وَإِذَا أَرَدْنَا أَن نُّهْلِكَ قَرْيَةً أَمَرْنَا مُتْرَفِيهَا فَفَسَقُوا فِيهَا فَحَقَّ عَلَيْهَا الْقَوْلُ فَدَمَّرْنَاهَا تَدْمِيرًا (16) وَكَمْ أَهْلَكْنَا مِنَ الْقُرُونِ مِن بَعْدِ نُوحٍ ۗ وَكَفَىٰ بِرَبِّكَ بِذُنُوبِ عِبَادِهِ خَبِيرًا بَصِيرًا (17)
الصفحة Page 283
(8) Mog ejullie Heer jullie begenadigen. En als jullie terugkeren (naar jullie zonden) zullen Wij terugkeren (naar het bestraffen van jullie). En Wij maakten de Hel voor de ongelovigen tot een gevangenis.
(9) Voorwaar, deze Koran leidt naar wat rechter is en brengt goede tijdingen aan de gelovigen die goede werken verrichten. Voorwaar, er is voor hen een grote beloning.
(10) En voor degenen die niet in het Hiernamaals geloven, voor hen hebben Wij een pijnlijke bestraffing voorbereid.
(11) En de mens smeekt om het kwade, net zoals hij om het goede smeekt. En de mens is haastig (van aard).
(12) En Wij hebben de nacht en de dag tot twee Tekenen gemaakt. En het Teken van de nacht hebben Wij donker gemaakt en het Teken van de dag hebben Wij verlichtend gemaakt opdat jullie de gunst van jullie Heer zoeken en opdat jullie de jaartelling en de berekening ervan kennen. En alle zaken hebben Wij met een duidelijke uitleg uiteengezet.
(13) En voor ieder mens hebben Wij zijn lotsbestemming aan zijn hals vastgemaakt. En Wij voorzien hem op de Dag der Opstanding van een boek dat bij opengeslagen aantreft.
(14) (Er wordt tegen hem gezegd:) "Lees jouw boek." Op deze Dag is jouw eigen ziel voldoende als berekenaar tegen jou.
(15) Wie Leiding volgt, volgt de Leiding waarlijk voor zichzelf, en wie dwaalt, dwaalt waarlijk tegen zichzelf en niemand kan de zonde van iemand anders dragen. En Wij bestraffen niet voordat Wij een Boodschapper hebben gestuurd.
(16) En als Wij een (volk in een) stad willen vernietigen, bevelen Wij hen die daarin in weelde leven (Allah te gehoorzamen); zij begaan daarin zware zonden, zodat het woord (van de bestraffing) terecht is, vervolgens vernietigen Wij hen volledig.
(17) En hoeveel generaties hebben Wij niet na Nôeh ij vernietigd? En jouw Heer is voldoende om de zonden van Zijn dienaren te wetm en te zien.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022