يس   سورة  : Yaseen


سورة Sura   يس   Yaseen
وَآيَةٌ لَّهُمْ أَنَّا حَمَلْنَا ذُرِّيَّتَهُمْ فِي الْفُلْكِ الْمَشْحُونِ (41) وَخَلَقْنَا لَهُم مِّن مِّثْلِهِ مَا يَرْكَبُونَ (42) وَإِن نَّشَأْ نُغْرِقْهُمْ فَلَا صَرِيخَ لَهُمْ وَلَا هُمْ يُنقَذُونَ (43) إِلَّا رَحْمَةً مِّنَّا وَمَتَاعًا إِلَىٰ حِينٍ (44) وَإِذَا قِيلَ لَهُمُ اتَّقُوا مَا بَيْنَ أَيْدِيكُمْ وَمَا خَلْفَكُمْ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ (45) وَمَا تَأْتِيهِم مِّنْ آيَةٍ مِّنْ آيَاتِ رَبِّهِمْ إِلَّا كَانُوا عَنْهَا مُعْرِضِينَ (46) وَإِذَا قِيلَ لَهُمْ أَنفِقُوا مِمَّا رَزَقَكُمُ اللَّهُ قَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا لِلَّذِينَ آمَنُوا أَنُطْعِمُ مَن لَّوْ يَشَاءُ اللَّهُ أَطْعَمَهُ إِنْ أَنتُمْ إِلَّا فِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ (47) وَيَقُولُونَ مَتَىٰ هَٰذَا الْوَعْدُ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ (48) مَا يَنظُرُونَ إِلَّا صَيْحَةً وَاحِدَةً تَأْخُذُهُمْ وَهُمْ يَخِصِّمُونَ (49) فَلَا يَسْتَطِيعُونَ تَوْصِيَةً وَلَا إِلَىٰ أَهْلِهِمْ يَرْجِعُونَ (50) وَنُفِخَ فِي الصُّورِ فَإِذَا هُم مِّنَ الْأَجْدَاثِ إِلَىٰ رَبِّهِمْ يَنسِلُونَ (51) قَالُوا يَا وَيْلَنَا مَن بَعَثَنَا مِن مَّرْقَدِنَا ۜ ۗ هَٰذَا مَا وَعَدَ الرَّحْمَٰنُ وَصَدَقَ الْمُرْسَلُونَ (52) إِن كَانَتْ إِلَّا صَيْحَةً وَاحِدَةً فَإِذَا هُمْ جَمِيعٌ لَّدَيْنَا مُحْضَرُونَ (53) فَالْيَوْمَ لَا تُظْلَمُ نَفْسٌ شَيْئًا وَلَا تُجْزَوْنَ إِلَّا مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ (54)
الصفحة Page 443
(41) En het is een Teken voor hen dat Wij hun nakomelingen dragen in een volgeladen schip.
(42) En Wij hebben voor hen iets dat daarop lijkt geschapen, waarop zij rijden.
(43) En als Wij willen, dan doen Wij hen verdrinken en dan zal er geen helper voor hen zijn, en zij zullen niet worden gered.
(44) Behalve als een genade van Ons, en als een gunst voor een vastgestelde tijd.
(45) En wanneer tot hen wordt gezegd: "Vreest wat v??r jullie en wat achter jullie is, hopelijk zullen jullie begenadigd worden, (toen keerden zij zich af.)"
(46) En er komt geen Teken tot hen, van de Tekenen van hun Heer, of zij wenden zich er van af.
(47) En wanneer tot hen wordt gezegd: "Geeft uit van waar Allah jullie mee voorzien heeft," dan zeggen degenen die ongelovig zijn tot degenen die gelovig zijn: "Zouden wij degenen voeden die Hij had kunnen voeden, als Allah het gewild had? Jullie verkeren slechts in duidelijke dwaling."
(48) En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte vervuld worden, als jullie waarachtigen zijn?"
(49) Zij wachten op niets anders dan één enkele bliksemslag die hen grijpt terwijl zij redetwisten.
(50) Dan kunnen zij (elkaar) niet raadplegen en zij kunnen niet tot hun familie terugkeren.
(51) En er wordt op de bazuin geblazen, daarop snellen zij uit de graven naar hun Heer.
(52) Zij zeggen: "Wee ons! Wie heeft ons van onze rustplaatsen doen opstaan? Dat is wat de Barmhartige heeft aangezegd, en de Gezondenen hebben de waarheid gesproken."
(53) Het zal slechts één enkele bliksemslag zijn en dan zullen zij allen bij Ons voorgeleid worden.
(54) Dan zal op deze Dag niemand onrecht aangedaan worden en jullie zullen slechts worden beloond voor wat jullie plachten te doen.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022