الأنفال   سورة  : Al-Anfaal


سورة Sura   الأنفال   Al-Anfaal
وَأَطِيعُوا اللَّهَ وَرَسُولَهُ وَلَا تَنَازَعُوا فَتَفْشَلُوا وَتَذْهَبَ رِيحُكُمْ ۖ وَاصْبِرُوا ۚ إِنَّ اللَّهَ مَعَ الصَّابِرِينَ (46) وَلَا تَكُونُوا كَالَّذِينَ خَرَجُوا مِن دِيَارِهِم بَطَرًا وَرِئَاءَ النَّاسِ وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ اللَّهِ ۚ وَاللَّهُ بِمَا يَعْمَلُونَ مُحِيطٌ (47) وَإِذْ زَيَّنَ لَهُمُ الشَّيْطَانُ أَعْمَالَهُمْ وَقَالَ لَا غَالِبَ لَكُمُ الْيَوْمَ مِنَ النَّاسِ وَإِنِّي جَارٌ لَّكُمْ ۖ فَلَمَّا تَرَاءَتِ الْفِئَتَانِ نَكَصَ عَلَىٰ عَقِبَيْهِ وَقَالَ إِنِّي بَرِيءٌ مِّنكُمْ إِنِّي أَرَىٰ مَا لَا تَرَوْنَ إِنِّي أَخَافُ اللَّهَ ۚ وَاللَّهُ شَدِيدُ الْعِقَابِ (48) إِذْ يَقُولُ الْمُنَافِقُونَ وَالَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ غَرَّ هَٰؤُلَاءِ دِينُهُمْ ۗ وَمَن يَتَوَكَّلْ عَلَى اللَّهِ فَإِنَّ اللَّهَ عَزِيزٌ حَكِيمٌ (49) وَلَوْ تَرَىٰ إِذْ يَتَوَفَّى الَّذِينَ كَفَرُوا ۙ الْمَلَائِكَةُ يَضْرِبُونَ وُجُوهَهُمْ وَأَدْبَارَهُمْ وَذُوقُوا عَذَابَ الْحَرِيقِ (50) ذَٰلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيكُمْ وَأَنَّ اللَّهَ لَيْسَ بِظَلَّامٍ لِّلْعَبِيدِ (51) كَدَأْبِ آلِ فِرْعَوْنَ ۙ وَالَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ ۚ كَفَرُوا بِآيَاتِ اللَّهِ فَأَخَذَهُمُ اللَّهُ بِذُنُوبِهِمْ ۗ إِنَّ اللَّهَ قَوِيٌّ شَدِيدُ الْعِقَابِ (52)
الصفحة Page 183
(46) En gehoorzaamt Allah en Zijn Boodschapper en twist niet onderling, waardoor jullie ontmoedigd raken en jullie kracht verdwijnt. En weest geduldig: voorwaar, Allah is met de geduldigen.
(47) En weest niet zoals degenen die hun huizen verlieten, trots en vol ijdel vertoon voor de mensen, en die van het Pad van Allah afflielden. En Allah omvat (met Zijn kennis) wat zij doen.
(48) En (gedenkt) toen de Satan hun daden voor hen schoonschijnend maakte, en zei: "Er is op deze dag geen mens die jullie kan verslaan: en voorwaar, Ik ben jullie naaste." Maar toen de twee legers elkaar zagen, draaide hij zich om op zijn hielen en zij: "Voorwaar, ik heb niets met jullie van doen. Voorwaar, ik zie wat jullie niet zien, voorwaar, ik vrees Allah." En Allah is hard in de bestraffing.
(49) Toen de huichelaars en degenen in wiens harten een ziekte is, (tegen de gelovigen) zeiden: "Hun godsdienst heeft ben misleid." Maar (voor) wie Allah vertrouwt (is Allah hun Helper). Voorwaar, Allah is Almachtig, Aiwijs.
(50) En als jij (het) zou kunnen zien, wanneer de Engelen (de zielen van) degenen die ongelovig zijn wegnemen, (en hoe) zij hun gezichten en hun ruggen slaan (en zeggen:) "Proeft de bestraffing van het branden!" (Dan zie je zeker een geweldige zaak.)
(51) Dat is, vanwege wat hun handen hebben voortgebracht, en waarlijk, Allah is geen onrechtvaardige voor de dienaar.
(52) Zoals Fir'aun en zijn volgelingen cm degenen v??r hen gewoon waren: zij waren ongelovig aan de Tekenen van Allah, waarop Allah hen greep wegens hun zonden. Voorwaar, Allah is sterk, hard in de bestraffing.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022