النحل   سورة  : An-Nahl


سورة Sura   النحل   An-Nahl
وَأَلْقَىٰ فِي الْأَرْضِ رَوَاسِيَ أَن تَمِيدَ بِكُمْ وَأَنْهَارًا وَسُبُلًا لَّعَلَّكُمْ تَهْتَدُونَ (15) وَعَلَامَاتٍ ۚ وَبِالنَّجْمِ هُمْ يَهْتَدُونَ (16) أَفَمَن يَخْلُقُ كَمَن لَّا يَخْلُقُ ۗ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ (17) وَإِن تَعُدُّوا نِعْمَةَ اللَّهِ لَا تُحْصُوهَا ۗ إِنَّ اللَّهَ لَغَفُورٌ رَّحِيمٌ (18) وَاللَّهُ يَعْلَمُ مَا تُسِرُّونَ وَمَا تُعْلِنُونَ (19) وَالَّذِينَ يَدْعُونَ مِن دُونِ اللَّهِ لَا يَخْلُقُونَ شَيْئًا وَهُمْ يُخْلَقُونَ (20) أَمْوَاتٌ غَيْرُ أَحْيَاءٍ ۖ وَمَا يَشْعُرُونَ أَيَّانَ يُبْعَثُونَ (21) إِلَٰهُكُمْ إِلَٰهٌ وَاحِدٌ ۚ فَالَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِالْآخِرَةِ قُلُوبُهُم مُّنكِرَةٌ وَهُم مُّسْتَكْبِرُونَ (22) لَا جَرَمَ أَنَّ اللَّهَ يَعْلَمُ مَا يُسِرُّونَ وَمَا يُعْلِنُونَ ۚ إِنَّهُ لَا يُحِبُّ الْمُسْتَكْبِرِينَ (23) وَإِذَا قِيلَ لَهُم مَّاذَا أَنزَلَ رَبُّكُمْ ۙ قَالُوا أَسَاطِيرُ الْأَوَّلِينَ (24) لِيَحْمِلُوا أَوْزَارَهُمْ كَامِلَةً يَوْمَ الْقِيَامَةِ ۙ وَمِنْ أَوْزَارِ الَّذِينَ يُضِلُّونَهُم بِغَيْرِ عِلْمٍ ۗ أَلَا سَاءَ مَا يَزِرُونَ (25) قَدْ مَكَرَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ فَأَتَى اللَّهُ بُنْيَانَهُم مِّنَ الْقَوَاعِدِ فَخَرَّ عَلَيْهِمُ السَّقْفُ مِن فَوْقِهِمْ وَأَتَاهُمُ الْعَذَابُ مِنْ حَيْثُ لَا يَشْعُرُونَ (26)
الصفحة Page 269
(15) En Hij bracht op de aarde gebergten aan zodat jullie niet met haar beven, en rivieren en wegen. Hopelijk zullen jullie Leiding volgen.
(16) En (Hij maakte) kerunerken, en door de sterren laten zij zich de weg wijzen.
(17) Is Degene Die schept dan gelijk aan degene die niet schept? Zullen juilie je niet laten vemenen?
(18) En als jullie de gunsten van Allah (zouden wiilen) optellen kunnen jullie ze niet opsommen. Voorwaar, Allah is zeker Vergevensgezind, Meest Barmhartig.
(19) En Allah weet wat jullie verbergen en wat jullie tonen.
(20) En degenen die zij naast Allah aanroepen scheppen niets, maar zij zijn (zelf) geschapen.
(21) Doden en zijn zij zonder te leven. En zij weten niet wanneer zij worden opgewekt
(22) Jullie god is één God. Wat betreft degenen die niet in het Hiernamaals Ooyen: hun harten zijn verderfelijk en zij zijn hoogmoedigen.
(23) Zonder twijfel weet Allah wat zij verbergen en wat zij tonen. Voorwaar, Hij houdt niet van de hoogmoedigen.
(24) En wanneer ken wordt gezegd: "Wat heeft jullie Heer doen neerdalen?" zeggen zij: "Fabels van de vroegeren!"
(25) Zodat zij op de Dag der Opstanding hun volledige lasten dragen en (ook een gedeelte) van de lasten van degenen zonder kennis die zij deden dwalen. Weet: slecht is het wat zij dragen!
(26) Waarlijk, degenen vôôr hen beraamden ook (tegen Allah), maar Allah greep hun bouwwerken bij de fundamenten en daarop viel het dak boven op hen neer. En de bestraffing trof hen van waar zij niet beseften.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022