طه   سورة  : Taa-Haa


سورة Sura   طه   Taa-Haa
قَالَ عِلْمُهَا عِندَ رَبِّي فِي كِتَابٍ ۖ لَّا يَضِلُّ رَبِّي وَلَا يَنسَى (52) الَّذِي جَعَلَ لَكُمُ الْأَرْضَ مَهْدًا وَسَلَكَ لَكُمْ فِيهَا سُبُلًا وَأَنزَلَ مِنَ السَّمَاءِ مَاءً فَأَخْرَجْنَا بِهِ أَزْوَاجًا مِّن نَّبَاتٍ شَتَّىٰ (53) كُلُوا وَارْعَوْا أَنْعَامَكُمْ ۗ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَآيَاتٍ لِّأُولِي النُّهَىٰ (54) ۞ مِنْهَا خَلَقْنَاكُمْ وَفِيهَا نُعِيدُكُمْ وَمِنْهَا نُخْرِجُكُمْ تَارَةً أُخْرَىٰ (55) وَلَقَدْ أَرَيْنَاهُ آيَاتِنَا كُلَّهَا فَكَذَّبَ وَأَبَىٰ (56) قَالَ أَجِئْتَنَا لِتُخْرِجَنَا مِنْ أَرْضِنَا بِسِحْرِكَ يَا مُوسَىٰ (57) فَلَنَأْتِيَنَّكَ بِسِحْرٍ مِّثْلِهِ فَاجْعَلْ بَيْنَنَا وَبَيْنَكَ مَوْعِدًا لَّا نُخْلِفُهُ نَحْنُ وَلَا أَنتَ مَكَانًا سُوًى (58) قَالَ مَوْعِدُكُمْ يَوْمُ الزِّينَةِ وَأَن يُحْشَرَ النَّاسُ ضُحًى (59) فَتَوَلَّىٰ فِرْعَوْنُ فَجَمَعَ كَيْدَهُ ثُمَّ أَتَىٰ (60) قَالَ لَهُم مُّوسَىٰ وَيْلَكُمْ لَا تَفْتَرُوا عَلَى اللَّهِ كَذِبًا فَيُسْحِتَكُم بِعَذَابٍ ۖ وَقَدْ خَابَ مَنِ افْتَرَىٰ (61) فَتَنَازَعُوا أَمْرَهُم بَيْنَهُمْ وَأَسَرُّوا النَّجْوَىٰ (62) قَالُوا إِنْ هَٰذَانِ لَسَاحِرَانِ يُرِيدَانِ أَن يُخْرِجَاكُم مِّنْ أَرْضِكُم بِسِحْرِهِمَا وَيَذْهَبَا بِطَرِيقَتِكُمُ الْمُثْلَىٰ (63) فَأَجْمِعُوا كَيْدَكُمْ ثُمَّ ائْتُوا صَفًّا ۚ وَقَدْ أَفْلَحَ الْيَوْمَ مَنِ اسْتَعْلَىٰ (64)
الصفحة Page 315
(52) Hij (Môesa) zei: "De kennis over hen is bij mijn Heer, in een Boek. Mijn Heer maakt geen fouten en vergeet niet."
(53) Degene Die de aarde voor jullie uitspreidde en er wegen voor jullie op aanlegde, en water uit de hemel deed neerdalen. Waarmee Wij paren van verschillende soorten planten hebben voortgebracht.
(54) Eet en laat jullie vee grazen: voorwaar, daarin zijn Tekenen voor de bezitters van verstand.
(55) Uit haar hebben Wij jullie geschapen en daarin zullen Wij jullie terug doen keren en daaruit zullen Wij jullie een andere keer opwekken.
(56) En voorzeker, Wij hebben hem (Fir'aun) al Onze Tekenen laten zien, maar hij ontkende en weigerde.
(57) (Fir'aun zei:) "Ben jij naar ons toegekomen om ons uit ons land te verdrijven met jouw tovenarij, O Môesa?
(58) Dan zullen wij zeker met eenzelfde soort tovenarij voor jou komen, maak maar een afspraak tussen ons en jou, die wij niet verbreken en jij ook niet, op een plaats op gelijke afstand."
(59) Hij (Môesa) zei: "Jullie afspraak zal op de feestdag zijn en laat de mensen in de ochtend verzameld worden."
(60) Toen ging Fir'aun weg om zijn plannen te beramen en daarna kwam hij terug.
(61) Môesa zei tot hen: "Wee jullie, verzint geen leugens over Allah, want dan zal Hij jullie door een bestraffing vernietigen. En waarlijk, wie leugens verzint is degene die verlist."
(62) Zij (de Lieden van Fir'aun) twistten met elkaar over hun zaak en hielden een geheim overleg.
(63) Zij zeiden: "Waarlijk, dit zijn zeker twee tovenaars, die jullie met hun tovenarij uit jullie land willen verdrijven en zij gaan jullie navolgenswaardige levenswijze doen verdwijnen.
(64) Stelt daaarom jullie plan op en komt dan in rijen. En waarlijk, hij die vandaag Wint zal de overhand krijgen."
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022