الزمر   سورة  : Az-Zumar


سورة Sura   الزمر   Az-Zumar
وَتَرَى الْمَلَائِكَةَ حَافِّينَ مِنْ حَوْلِ الْعَرْشِ يُسَبِّحُونَ بِحَمْدِ رَبِّهِمْ ۖ وَقُضِيَ بَيْنَهُم بِالْحَقِّ وَقِيلَ الْحَمْدُ لِلَّهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ (75)
غافر Ghafir
حم (1) تَنزِيلُ الْكِتَابِ مِنَ اللَّهِ الْعَزِيزِ الْعَلِيمِ (2) غَافِرِ الذَّنبِ وَقَابِلِ التَّوْبِ شَدِيدِ الْعِقَابِ ذِي الطَّوْلِ ۖ لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ ۖ إِلَيْهِ الْمَصِيرُ (3) مَا يُجَادِلُ فِي آيَاتِ اللَّهِ إِلَّا الَّذِينَ كَفَرُوا فَلَا يَغْرُرْكَ تَقَلُّبُهُمْ فِي الْبِلَادِ (4) كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍ وَالْأَحْزَابُ مِن بَعْدِهِمْ ۖ وَهَمَّتْ كُلُّ أُمَّةٍ بِرَسُولِهِمْ لِيَأْخُذُوهُ ۖ وَجَادَلُوا بِالْبَاطِلِ لِيُدْحِضُوا بِهِ الْحَقَّ فَأَخَذْتُهُمْ ۖ فَكَيْفَ كَانَ عِقَابِ (5) وَكَذَٰلِكَ حَقَّتْ كَلِمَتُ رَبِّكَ عَلَى الَّذِينَ كَفَرُوا أَنَّهُمْ أَصْحَابُ النَّارِ (6) الَّذِينَ يَحْمِلُونَ الْعَرْشَ وَمَنْ حَوْلَهُ يُسَبِّحُونَ بِحَمْدِ رَبِّهِمْ وَيُؤْمِنُونَ بِهِ وَيَسْتَغْفِرُونَ لِلَّذِينَ آمَنُوا رَبَّنَا وَسِعْتَ كُلَّ شَيْءٍ رَّحْمَةً وَعِلْمًا فَاغْفِرْ لِلَّذِينَ تَابُوا وَاتَّبَعُوا سَبِيلَكَ وَقِهِمْ عَذَابَ الْجَحِيمِ (7)
الصفحة Page 467
(75) En jij (O Moehammad) zal de Engelen zien rondgaan om de Troon, de Glorie van hun heer lofprijzend met de lofprijzing die Hem toekomt. En er zal in Waarheid tussen hen worden beslist en er zal gezegd worden: "Alle lof zij de Heer der Werelden."
غافر Ghafir
(1) Ha Mîm.
(2) De neerzending van het Boek is van Allah, de Almachtige, de Alwetende.
(3) De Vergever van de zonden en de Aanvaarder van het berouw, de Harde in de bestraffing, de Bezitter van grote macht. Geen god is er dan Hij, tot Hem is de terugkeer.
(4) Niemand redetwist over de Verzen van Allah behalve degenen die ongelovig zijn. Laat daarom hun rondtrekken in het land jou niet bedriegen.
(5) V??r hen loochende het volk van Nôeh (de Boodschappers) en de bondgenoten (van ongelovigen) na hen. En elk volk wenste hun Boodschappers te grijpen. En zij redetwistten met valsheid om er de Waarheid mee te vernietigen, waarop Ik hen greep. En hoe (hard) was Mijn bestraffing!
(6) En zo werd het Woord van jouw Heer bewaarheid voor degenen die ongelovig waren. Voorwaar, zij zijn de bewoners van de Hel.
(7) Degenen die de Troon dragen (de Engelen) en wie zich er omheen bevinden, prijzen de Glorie van hun Heer met Zijn lofprijzing en geloven in Hem en vragen om vergeving voor degenen die geloven. (En zeggen:) "Onze Heer, Uw Barmhartigheid en Kennis omvatten alle zaken, vergeef daarom degenen die berouw tonen en die Uw Weg volgen en bescherm hen tegen de bestraffing van de Hel.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022