الحجر   سورة  : Al-Hijr


سورة Sura   الحجر   Al-Hijr
قَالَ هَٰؤُلَاءِ بَنَاتِي إِن كُنتُمْ فَاعِلِينَ (71) لَعَمْرُكَ إِنَّهُمْ لَفِي سَكْرَتِهِمْ يَعْمَهُونَ (72) فَأَخَذَتْهُمُ الصَّيْحَةُ مُشْرِقِينَ (73) فَجَعَلْنَا عَالِيَهَا سَافِلَهَا وَأَمْطَرْنَا عَلَيْهِمْ حِجَارَةً مِّن سِجِّيلٍ (74) إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَآيَاتٍ لِّلْمُتَوَسِّمِينَ (75) وَإِنَّهَا لَبِسَبِيلٍ مُّقِيمٍ (76) إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَآيَةً لِّلْمُؤْمِنِينَ (77) وَإِن كَانَ أَصْحَابُ الْأَيْكَةِ لَظَالِمِينَ (78) فَانتَقَمْنَا مِنْهُمْ وَإِنَّهُمَا لَبِإِمَامٍ مُّبِينٍ (79) وَلَقَدْ كَذَّبَ أَصْحَابُ الْحِجْرِ الْمُرْسَلِينَ (80) وَآتَيْنَاهُمْ آيَاتِنَا فَكَانُوا عَنْهَا مُعْرِضِينَ (81) وَكَانُوا يَنْحِتُونَ مِنَ الْجِبَالِ بُيُوتًا آمِنِينَ (82) فَأَخَذَتْهُمُ الصَّيْحَةُ مُصْبِحِينَ (83) فَمَا أَغْنَىٰ عَنْهُم مَّا كَانُوا يَكْسِبُونَ (84) وَمَا خَلَقْنَا السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ وَمَا بَيْنَهُمَا إِلَّا بِالْحَقِّ ۗ وَإِنَّ السَّاعَةَ لَآتِيَةٌ ۖ فَاصْفَحِ الصَّفْحَ الْجَمِيلَ (85) إِنَّ رَبَّكَ هُوَ الْخَلَّاقُ الْعَلِيمُ (86) وَلَقَدْ آتَيْنَاكَ سَبْعًا مِّنَ الْمَثَانِي وَالْقُرْآنَ الْعَظِيمَ (87) لَا تَمُدَّنَّ عَيْنَيْكَ إِلَىٰ مَا مَتَّعْنَا بِهِ أَزْوَاجًا مِّنْهُمْ وَلَا تَحْزَنْ عَلَيْهِمْ وَاخْفِضْ جَنَاحَكَ لِلْمُؤْمِنِينَ (88) وَقُلْ إِنِّي أَنَا النَّذِيرُ الْمُبِينُ (89) كَمَا أَنزَلْنَا عَلَى الْمُقْتَسِمِينَ (90)
الصفحة Page 266
(71) Ilij (Loeth) zei: "Dit zijn mijn dochters (vrouwen uit mijn volk), als jullie (iets op toegestane wijze willen) doen."
(72) Bij jouw leven (O Moehammad): voorwaar, zij verkeren onrustig in hun dwaling.
(73) Toen trof de donderslag hen bij zonsopgang.
(74) Toen keerden Wij haar (de stad) ondersteboven en deden Wij op hen stenen van harde klei neerkomen.
(75) Voorwaar, daarin zijn zeker Tekenen voor degenen die er lering uit trekken.
(76) En voorwaar, zij (de stad) ligt aan een (nog) bestaande weg.
(77) En voorwaar, daarin is zeker een Teken voor de gelovigen.
(78) en voorwaar, de bewoners van Aikah waren zeker onrechtplegers.
(79) Toen hebben Wij hen vernietigd. En voorwaar, de beide steden liggen aan een duidelijke weg.
(80) En voorzeker, de bewoners van Hidjr loochenden de Boodschappers.
(81) En Wij hebben ben Onze Tekenen gegeven, maar zij plachten zich daarvan af te wenden.
(82) En zij hieuwen de rotsen uit tot veilige woningen.
(83) Toen trof de donderslag hen in de ochtend.
(84) Toen baatte wat zij plachten te verrichten hen niet.
(85) En Wij hebben de hemelen en de aarde en wat er tussen is niet geschapen behalve met de Waarheid. En voorwaar, het Uur zal zeker komen, geeft daarom em passende kwijtschelding.
(86) Voorwaar, jouw fleer is de Schepper, de Alwetende.
(87) En voorzeker, Wij hebben jou de zeven vaak herhaalde (Verzen) gegeven en de geweldige Koran.
(88) Kijk niet verlangend uit naar de genietingen die Wij aan een groep van hen (de ongelovigen) hebben gegeven. En treur niet over hen, en wees nederig tegenover de gelovigen.
(89) En zeg (O Moehammad): "Voorwaar, ik ben de duidelijke waarschuwer."
(90) Zoals Wij (de bestraffing) hebben neergezonden naar de verdelers.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022