(63) De mensen vragen jou over het Uur. Zeg: "Voorwaar, kennis daarover berust slechts bij Allah." En hoe kan jij dat weten? Misschien is het Uur al nabij.
(64) Voorwaar, Allah heeft de ongelovigen vervloekt en voor hen een laaiend vuur bereid.
(65) Eeuwig levenden zijn zij daarik voor altijd. Zij zullen geen beschermers en geen helpers vinden.
(66) Op de Dag waarop hun gezichten zullen worden rondgedraaid in de Hel zeggen zij: "Hadden wij Allah maar gehoorzaamd en hadden wij de Boodschapper maar gehoorzaamd."
(67) En zij zeggen: "Onze Heer, voorwaar, wij gehoorzaamden onze leiders en onze vooraanstaanden, waarop zij ons van de Weg deden afdwalen.
(68) Onze Heer, tref hen rnet het dubbele van de bestraffing en vervloek hen met een grote vervloeking."
(69) O jullie die geloven, weest niet zoals degenen die Môesa kwetsten. Allah verklaarde hem onschuldig aan wat zij zeiden. En hij staat bij Allah in hoog aanzien.
(70) O jullie die geloven, vreest Allah en spreekt het ware woord.
(71) Hij (Allah) zal jullie goede daden aanvaarden en jullie je zonden vergeven. En wie Allah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt: waarlijk, die heeft een geweldige triomf behaald.
(72) Voorvaar, Wij hebben de Amânah (godsdienstige plichten) aan de hemelen en de aarde en de bergen aangeboden, maar zij weigerden deze te dragen en zij waren er beducht voor, maar de mens nam deze op zich. Voorwaar, hij is onrechtvaardig en onwetend.
(73) (De Amânah werd hen aangeboden) opdat Allah de huichelaars en de huichelaarsters en de veelgodenaanbidders en de veelgodenaanbidsters zal bestraffen. En Allah aanvaardt het berouw van de gelovige mannen en de gelovige vrouwen. En Allah is Vergevensgezind en Meest Barmhartig