الرحمن   سورة  : Ar-Rahmaan


سورة Sura   الرحمن   Ar-Rahmaan
يُعْرَفُ الْمُجْرِمُونَ بِسِيمَاهُمْ فَيُؤْخَذُ بِالنَّوَاصِي وَالْأَقْدَامِ (41) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (42) هَٰذِهِ جَهَنَّمُ الَّتِي يُكَذِّبُ بِهَا الْمُجْرِمُونَ (43) يَطُوفُونَ بَيْنَهَا وَبَيْنَ حَمِيمٍ آنٍ (44) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (45) وَلِمَنْ خَافَ مَقَامَ رَبِّهِ جَنَّتَانِ (46) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (47) ذَوَاتَا أَفْنَانٍ (48) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (49) فِيهِمَا عَيْنَانِ تَجْرِيَانِ (50) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (51) فِيهِمَا مِن كُلِّ فَاكِهَةٍ زَوْجَانِ (52) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (53) مُتَّكِئِينَ عَلَىٰ فُرُشٍ بَطَائِنُهَا مِنْ إِسْتَبْرَقٍ ۚ وَجَنَى الْجَنَّتَيْنِ دَانٍ (54) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (55) فِيهِنَّ قَاصِرَاتُ الطَّرْفِ لَمْ يَطْمِثْهُنَّ إِنسٌ قَبْلَهُمْ وَلَا جَانٌّ (56) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (57) كَأَنَّهُنَّ الْيَاقُوتُ وَالْمَرْجَانُ (58) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (59) هَلْ جَزَاءُ الْإِحْسَانِ إِلَّا الْإِحْسَانُ (60) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (61) وَمِن دُونِهِمَا جَنَّتَانِ (62) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (63) مُدْهَامَّتَانِ (64) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (65) فِيهِمَا عَيْنَانِ نَضَّاخَتَانِ (66) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (67)
الصفحة Page 533
(41) De misdadigers zullen herkend worden aan hun kenmerken en daarna gegrepen worden bij het haar van het voorhoofd en de voeten.
(42) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(43) Dit is de Hel die de zondaren loochenden.
(44) Zij dolen daar rond in het midden van kokend heet water.
(45) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(46) En voor wie vreesde voor het staan voor zijn Heer zijn er twee Tuinen (in het Paradijs).
(47) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(48) Beide met een overvloed aan takken en vruchten.
(49) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(50) In beide zijn twee stromende bronnen.
(51) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(52) In beide zijn er vruchten van elke soort, in paren.
(53) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(54) Leunend, op tapijten met brokaat aan hun binnenzijden en (de vruchten) van beide Tuinen hangen binnen handbereik.
(55) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(56) In de Tuinen bevinden zich schonen met ingetogen blikken, die geen mens en geen Djinn ooit v??r hen heeft aangeraakt.
(57) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(58) Als waren zij van robijn en koraal.
(59) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(60) Er is voor het verrichten van het goede geen andere beloning dan het goede.
(61) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(62) En naast deze twee zijn nog twee Tuinen.
(63) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(64) Donkergroen van kleur.
(65) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
(66) In beide bevinden zich twee overvloedige bronnen.
(67) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022