الحديد   سورة  : Al-Hadid


سورة Sura   الحديد   Al-Hadid
لَقَدْ أَرْسَلْنَا رُسُلَنَا بِالْبَيِّنَاتِ وَأَنزَلْنَا مَعَهُمُ الْكِتَابَ وَالْمِيزَانَ لِيَقُومَ النَّاسُ بِالْقِسْطِ ۖ وَأَنزَلْنَا الْحَدِيدَ فِيهِ بَأْسٌ شَدِيدٌ وَمَنَافِعُ لِلنَّاسِ وَلِيَعْلَمَ اللَّهُ مَن يَنصُرُهُ وَرُسُلَهُ بِالْغَيْبِ ۚ إِنَّ اللَّهَ قَوِيٌّ عَزِيزٌ (25) وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا نُوحًا وَإِبْرَاهِيمَ وَجَعَلْنَا فِي ذُرِّيَّتِهِمَا النُّبُوَّةَ وَالْكِتَابَ ۖ فَمِنْهُم مُّهْتَدٍ ۖ وَكَثِيرٌ مِّنْهُمْ فَاسِقُونَ (26) ثُمَّ قَفَّيْنَا عَلَىٰ آثَارِهِم بِرُسُلِنَا وَقَفَّيْنَا بِعِيسَى ابْنِ مَرْيَمَ وَآتَيْنَاهُ الْإِنجِيلَ وَجَعَلْنَا فِي قُلُوبِ الَّذِينَ اتَّبَعُوهُ رَأْفَةً وَرَحْمَةً وَرَهْبَانِيَّةً ابْتَدَعُوهَا مَا كَتَبْنَاهَا عَلَيْهِمْ إِلَّا ابْتِغَاءَ رِضْوَانِ اللَّهِ فَمَا رَعَوْهَا حَقَّ رِعَايَتِهَا ۖ فَآتَيْنَا الَّذِينَ آمَنُوا مِنْهُمْ أَجْرَهُمْ ۖ وَكَثِيرٌ مِّنْهُمْ فَاسِقُونَ (27) يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا اتَّقُوا اللَّهَ وَآمِنُوا بِرَسُولِهِ يُؤْتِكُمْ كِفْلَيْنِ مِن رَّحْمَتِهِ وَيَجْعَل لَّكُمْ نُورًا تَمْشُونَ بِهِ وَيَغْفِرْ لَكُمْ ۚ وَاللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ (28) لِّئَلَّا يَعْلَمَ أَهْلُ الْكِتَابِ أَلَّا يَقْدِرُونَ عَلَىٰ شَيْءٍ مِّن فَضْلِ اللَّهِ ۙ وَأَنَّ الْفَضْلَ بِيَدِ اللَّهِ يُؤْتِيهِ مَن يَشَاءُ ۚ وَاللَّهُ ذُو الْفَضْلِ الْعَظِيمِ (29)
الصفحة Page 541
(25) Voorzeker, Wij hebben Onze Boodschappers met de duidelijke bewijzen gezonden en Wij hebben met hen het Boek en de wetgeving neergezonden, opdat de mens in het midden zou staan (rechtvaardig zou handelen). En Wij hebben het ijzer neergezonden, waarin grote macht is en voordelen voor de mensheid, opdat Allah zou doen weten wie Hem en Zijn Boodschappers helpt, zonder dat hij (bv. Allah en het Paradijs) kan waarnemen. Voorwaar, Allah is Sterk, Geweldig.
(26) En voorzeker zonden Wij Nôeh en Ibrâhîm en vestigden onder hun nakomelingen het Profeetschap en de Schrift. Onder hen waren er die de Leiding volgden, maar velen onder hen waren zwaar zondigen.
(27) Vervolgens deden Wij Onze Boodschappers elkaar in hun sporen opvolgen. En Wij deden 'Isa, de zoon van Maryam, volgen en Wij gaven hem de Indjîl. En Wij plaatsten in de harten van degenen die hem volgden mededogen en barmhartigheid. En het monnikwezen (celibaat), dat hebben zij (zelf) toegevoegd; Wij hebben het hun niet voorgeschreven. (Zij deden het) slechts om het welbehagen van Allah te zoeken. Daarna onderhielden zij het niet naar behoren en Wij gaven degenen die geloven onder hen hun beloning, maar velen onder hen waren zwaar zondigen.
(28) O jullie die geloven, vreest Allah en gelooft in Zijn Boodschapper, dan zal Hij jullie dubbel van Zijn Barmhartigheid geven en jullie een licht geven waarmee jullie (recht) zullen voortgaan en Hij zal jullie vergeving schenken. En Allah is Vergevensgezind. Meest Barmhartig.
(29) Opdat de Lieden van de Schrift zullen weten dat zij geen enkele macht hebben over de gunst van Allah en dat de gunst in de Hand van Allah is. Hij geeft die aan wie Hij wil. En Allah is de Bezitter van de geweldige gunst.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022