المنافقون   سورة  : Al-Munaafiqoon


سورة Sura   المنافقون   Al-Munaafiqoon
وَإِذَا قِيلَ لَهُمْ تَعَالَوْا يَسْتَغْفِرْ لَكُمْ رَسُولُ اللَّهِ لَوَّوْا رُءُوسَهُمْ وَرَأَيْتَهُمْ يَصُدُّونَ وَهُم مُّسْتَكْبِرُونَ (5) سَوَاءٌ عَلَيْهِمْ أَسْتَغْفَرْتَ لَهُمْ أَمْ لَمْ تَسْتَغْفِرْ لَهُمْ لَن يَغْفِرَ اللَّهُ لَهُمْ ۚ إِنَّ اللَّهَ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الْفَاسِقِينَ (6) هُمُ الَّذِينَ يَقُولُونَ لَا تُنفِقُوا عَلَىٰ مَنْ عِندَ رَسُولِ اللَّهِ حَتَّىٰ يَنفَضُّوا ۗ وَلِلَّهِ خَزَائِنُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَلَٰكِنَّ الْمُنَافِقِينَ لَا يَفْقَهُونَ (7) يَقُولُونَ لَئِن رَّجَعْنَا إِلَى الْمَدِينَةِ لَيُخْرِجَنَّ الْأَعَزُّ مِنْهَا الْأَذَلَّ ۚ وَلِلَّهِ الْعِزَّةُ وَلِرَسُولِهِ وَلِلْمُؤْمِنِينَ وَلَٰكِنَّ الْمُنَافِقِينَ لَا يَعْلَمُونَ (8) يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا تُلْهِكُمْ أَمْوَالُكُمْ وَلَا أَوْلَادُكُمْ عَن ذِكْرِ اللَّهِ ۚ وَمَن يَفْعَلْ ذَٰلِكَ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الْخَاسِرُونَ (9) وَأَنفِقُوا مِن مَّا رَزَقْنَاكُم مِّن قَبْلِ أَن يَأْتِيَ أَحَدَكُمُ الْمَوْتُ فَيَقُولَ رَبِّ لَوْلَا أَخَّرْتَنِي إِلَىٰ أَجَلٍ قَرِيبٍ فَأَصَّدَّقَ وَأَكُن مِّنَ الصَّالِحِينَ (10) وَلَن يُؤَخِّرَ اللَّهُ نَفْسًا إِذَا جَاءَ أَجَلُهَا ۚ وَاللَّهُ خَبِيرٌ بِمَا تَعْمَلُونَ (11)
الصفحة Page 555
(5) En als tot hen gezegd wordt: "Komt, dan zal de Boodschapper van Allah vergeving voor jullie vragen," dan buigen zij hun hoofden en zie jij hen (de verkondiging) tegenhouden, terwijl zij hoogmoedig zijn.
(6) Het is voor hen hetzelfde of jij voor hen vergeving vraagt, of dat jij geen vergeving voor hen vraagt: Allah zal hen nooit vergeven. Voorwaar, Allah leidt het zwaar zondige volk niet.
(7) Zij zijn degenen die zeggen: "Geeft geen bijdragen aan hen die met de Boodschapper van Allah zijn, zodat zij weglopen (van de Profeet.)" Aan Allah behoren de schatten van de hemelen en de aarde, maar de huichelaars begrijpen het niet
(8) Zij zeggen: "Als wij naar Medinah terugkeren, dan zal het sterke zeker het zwakke daaruit verdrijven." En alle macht behoort aan Allah en aan Zijn Boodschapper en aan de gelovigen, maar de huichelaars weten het niet.
(9) O jullie die geloven, laat jullie bezittingen en jullie kinderen jullie niet afleiden van het gedenken van Allah. En wie dat doen: zij zijn degenen die de verliezers zijn.
(10) En geeft bijdragen van waar Wij jullie mee voorzien hebben, voordat de dood tot een van jullie komt, en deze dan zal zeggen: "Mijn Heer, Had U mij maar een korte tijd uitstel gegeven, dan zou ik uitgeven aan liefdadigheid en tot de rechtschapenen behoren."
(11) Maar Allah geeft geen ziel ooit uitstel als haar tijd is gekomen. En Allah is Alwetend over wat jullie doen.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022