التوبة   سورة  : At-Tawba


سورة Sura   التوبة   At-Tawba
وَالسَّابِقُونَ الْأَوَّلُونَ مِنَ الْمُهَاجِرِينَ وَالْأَنصَارِ وَالَّذِينَ اتَّبَعُوهُم بِإِحْسَانٍ رَّضِيَ اللَّهُ عَنْهُمْ وَرَضُوا عَنْهُ وَأَعَدَّ لَهُمْ جَنَّاتٍ تَجْرِي تَحْتَهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا أَبَدًا ۚ ذَٰلِكَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ (100) وَمِمَّنْ حَوْلَكُم مِّنَ الْأَعْرَابِ مُنَافِقُونَ ۖ وَمِنْ أَهْلِ الْمَدِينَةِ ۖ مَرَدُوا عَلَى النِّفَاقِ لَا تَعْلَمُهُمْ ۖ نَحْنُ نَعْلَمُهُمْ ۚ سَنُعَذِّبُهُم مَّرَّتَيْنِ ثُمَّ يُرَدُّونَ إِلَىٰ عَذَابٍ عَظِيمٍ (101) وَآخَرُونَ اعْتَرَفُوا بِذُنُوبِهِمْ خَلَطُوا عَمَلًا صَالِحًا وَآخَرَ سَيِّئًا عَسَى اللَّهُ أَن يَتُوبَ عَلَيْهِمْ ۚ إِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ (102) خُذْ مِنْ أَمْوَالِهِمْ صَدَقَةً تُطَهِّرُهُمْ وَتُزَكِّيهِم بِهَا وَصَلِّ عَلَيْهِمْ ۖ إِنَّ صَلَاتَكَ سَكَنٌ لَّهُمْ ۗ وَاللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ (103) أَلَمْ يَعْلَمُوا أَنَّ اللَّهَ هُوَ يَقْبَلُ التَّوْبَةَ عَنْ عِبَادِهِ وَيَأْخُذُ الصَّدَقَاتِ وَأَنَّ اللَّهَ هُوَ التَّوَّابُ الرَّحِيمُ (104) وَقُلِ اعْمَلُوا فَسَيَرَى اللَّهُ عَمَلَكُمْ وَرَسُولُهُ وَالْمُؤْمِنُونَ ۖ وَسَتُرَدُّونَ إِلَىٰ عَالِمِ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ (105) وَآخَرُونَ مُرْجَوْنَ لِأَمْرِ اللَّهِ إِمَّا يُعَذِّبُهُمْ وَإِمَّا يَتُوبُ عَلَيْهِمْ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ (106)
الصفحة Page 203
(100) De allereerste (Moslims) van de Ukgewekenen (Moehâdjirîn) en de Anshâr en degenen die hen volgden in goede daden. Allah heeft welbehagen aan hen en zij hebben welbehagen aan Hem. Hij heeft voor tien Tuinen (in het Pamdijs) bereid waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.
(101) En onder de bedoeïenen in jouw omgeving bevinden zich huichelaars, en (ook) onder de bewoners van Medinah, zij volharden in hun huichelarij. Jij kent hen niet, maar Wij kennen hen wel. Wij zullen hen twee maal straffen, dan zullen zij worden teruggevoerd naar een geweldige bestraffing.
(102) En anderen die hun zonden hebben bekend, zij mengen een goede daad met een andere slechte (daad). Hopelijk zal Allah hun berouw aanvaarden. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.
(103) Neem van de bezittingen de zakkât, jij reinigt en zuivert hen daarmee (O Moehammad), en verricht een smeekbede, want jouw smeekbede is een geruststelling voor hen. En Allah is Alhorend, Alwetend.
(104) Weten zij dan niet dat het Allah is Die het bereouw aanvaardt van Zijn dienaren en Die de zakât aanvaardt en dat Allah de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige is?
(105) En zeg (O Moehammad): "Allah zal jullie werken zien en ook Zijn Boodschapper en de gelovigen. En jullie zullen worden teruggevoerd tot de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, dan zal hij jullie inlichten omtrent hetgeen jullie plachten te doen.
(106) En anderen worden in afwachting gesteld van het oordeel van Allah: of Hij hen straft of hun berouw aanvaardt. En Allah is Alwetend, Alwijs.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022