(21) En als Wij de mensen Barmhartigheid deden proeven nadat tegenspoed hen had getroffen, dan is er bij ben een list tegen Onze Tekenen. Zeg: "Allah is sneller met een plan." Voorwaar, Onze gezanten (Engelen) schrijven op wat jullie beramen.
(22) Hij is het die jullie in staat stelt om over land en over de zee te reizen, totdat wanneer jullie in de schepen zijn en deze met lien vooftvaren met een gunstige wind en zij zich daarover verheugen, en er dan een stormachtige wind tot hen komt. En wanneer de golven vaa alle kanten tot hen komen en zij ervan overtuigd zijn dat zij door hen zijn ingesloten, dan roepen zij Allah aan, Hem zuiver aanbiddend: "Als U ons hieruit redt, dan zullen wij zeker tot de dankbaren behoren."
(23) Toen Hij hen dan gered had. handelden zij buitensporig op aarde, zonder recht. O mensen, jullie buitensporigheid is slechts ten nadele van jullie, (het is) als een genieting van het wereldse leven, Vervolgens is jullie terugkeer tot Ons, waarna Wij jullie zullen inlichten over wat jullie plachten te doen.
(24) Voorwaar, de gelijkenis van het wereldse leven is als water dat Wij uit de hemel neerzenden, waardoor he de gewassen van de aarde in een rnengeling doet groeien, waarvan de mensen en het vee eten. Totdat, wanneer de aarde haar versierselen heeft aangenomen en zij mooi is geworden en haar bewoners menen dat zij machthebbers zijn over haar, Onze bestraffing tot hen komt, in de nacht of overdag, waarop Wij haar tot een afgemaaid veld maken, alsof er de dag ervoor niets groeide. Zo zetten Wij de Tekenen uiteen aan een volk dat nadenkt.
(25) En Allah roept naar het Huis van de Vrede (Dâroessalâm, het Paradijs) en Hij leidt wie Hij wil naar een recht Pad.