(49) Zeg: "De Waarheid is gekomen en de valsheid zal zich niet herhalen en niet terugkomen."
(50) Zeg: "Als ik dwaal, dan dwaal ik slechts in het nadeel van mijzelf, en als ik de Leiding volg, dan is dat door wat mijn Heer aan mij heeft geopenbaard," Voorwaar, Hij is Alhorend, nabij.
(51) En als jij hen zou zien wanneer zij beven van angst, er zal dan voor hen geen ontkomen Z?in en zij zullen uit een nabije plaats genomen worden, (en dan zie jij de geweldige bestraffing).
(52) En zij zeggen: "Wij geloven (nu) in hem," maar hoe zouden zij (het gelooft) nog kunnen bereiken, vanaf een verafgelegen plaats?
(53) En terwijl zij liem daarv??r waarlijk verwierpen. En zij gissen naar het onwaarneembare vanaf een verafgelegen plaats.
(54) En tussen hen en wat zij verlangen is een belemmering gemakt, zoals dat bij hun (soortgelijke) volkeren van vroeger is gedaan. Voorwaar, zij verkeerden in vergaande twijfel.
فاطر Faatir
(1) Alle tof zij Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde. Hij heeft de Engelen tot gezanten gemaakt, met twee, drie of vier vleugels. Hij voegt aan de schepping toe wat Hij wil. Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken.
(2) Wat Allah voor de mensen schenkt aan Barmhartigheid, niemand kan het tegenhouden; en wat hij tegenhoudt, buiten Hem kan niemand het loslaten. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.
(3) O mensen, gedenkt de gunst van Allah voor jullie. Is er een andere schepper dan Allah, Die jullie uit de hemelen en de aarde voorzieningen schenkt? Geen god is er dan Hij. Hoe kunnen jullie dan belogen worden!