الشورى Ash-Shura
(1) Ha Mîm.
(2) 'Aîn Sîn Qâf.
(3) Z? openbaart Allah aan jou en aan degenen v??r jou; Allah is de Almachtige, de Alwijze.
(4) Aan Hem behoort alles wat in de hemelen en op de aarde is, en Hij is de Verhevene, de Geweldige.
(5) Bijna scheuren de bovenkanten van de hemelen, en de Engelen prijzen de Glorie van hun Heer met Zijn lofprijzing en vragen om vergeving voor degenen die op de aarde zijn. Weet: voorvaar, Allah is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.
(6) En degenen die naast Allah beschermen nemen: Allah is de Waker over hen en jij (O Moehammad) bent over hen geen verantwoordelijke.
(7) Z? hebben Wij aan jou een Arabische Koran geopenbaard, om de bewoners van Oommoelqoerâ (Mekkah) en degenen die in de omgeving ervan wonen te waarshuwen. En om te waarschuwen voor de Dag der verzameling, waaraan geen twijfel is; een deel gaat naar het Paradijs en een deel gaat naar de Hel.
(8) Als Allah het had gewild, dan had Hij hen (als behorend) tot één godsdienst (Oemmah) gemaakt, maar Allah laat tot Zijn Barmhartigheid toe wie Hij wil. En voor de onrechtvaardigen is er geen beschermer en geen helper.
(9) Nemen jullie naast Allah beschermers? En Allah is de Beschermer. En Hij doet het dode leven, en Hij is Almachtig over alle zaken,
(10) En waar jullie ook van mening over verschillen: de beslissing daarover is aan Allah. (Zeg:) "Dat is Allah, mijn Heer, op Hem vertrouw ik en tot Hem keer ik weer."