الطور   سورة  : At-Tur


سورة Sura   الطور   At-Tur
أَمْ تَأْمُرُهُمْ أَحْلَامُهُم بِهَٰذَا ۚ أَمْ هُمْ قَوْمٌ طَاغُونَ (32) أَمْ يَقُولُونَ تَقَوَّلَهُ ۚ بَل لَّا يُؤْمِنُونَ (33) فَلْيَأْتُوا بِحَدِيثٍ مِّثْلِهِ إِن كَانُوا صَادِقِينَ (34) أَمْ خُلِقُوا مِنْ غَيْرِ شَيْءٍ أَمْ هُمُ الْخَالِقُونَ (35) أَمْ خَلَقُوا السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ ۚ بَل لَّا يُوقِنُونَ (36) أَمْ عِندَهُمْ خَزَائِنُ رَبِّكَ أَمْ هُمُ الْمُصَيْطِرُونَ (37) أَمْ لَهُمْ سُلَّمٌ يَسْتَمِعُونَ فِيهِ ۖ فَلْيَأْتِ مُسْتَمِعُهُم بِسُلْطَانٍ مُّبِينٍ (38) أَمْ لَهُ الْبَنَاتُ وَلَكُمُ الْبَنُونَ (39) أَمْ تَسْأَلُهُمْ أَجْرًا فَهُم مِّن مَّغْرَمٍ مُّثْقَلُونَ (40) أَمْ عِندَهُمُ الْغَيْبُ فَهُمْ يَكْتُبُونَ (41) أَمْ يُرِيدُونَ كَيْدًا ۖ فَالَّذِينَ كَفَرُوا هُمُ الْمَكِيدُونَ (42) أَمْ لَهُمْ إِلَٰهٌ غَيْرُ اللَّهِ ۚ سُبْحَانَ اللَّهِ عَمَّا يُشْرِكُونَ (43) وَإِن يَرَوْا كِسْفًا مِّنَ السَّمَاءِ سَاقِطًا يَقُولُوا سَحَابٌ مَّرْكُومٌ (44) فَذَرْهُمْ حَتَّىٰ يُلَاقُوا يَوْمَهُمُ الَّذِي فِيهِ يُصْعَقُونَ (45) يَوْمَ لَا يُغْنِي عَنْهُمْ كَيْدُهُمْ شَيْئًا وَلَا هُمْ يُنصَرُونَ (46) وَإِنَّ لِلَّذِينَ ظَلَمُوا عَذَابًا دُونَ ذَٰلِكَ وَلَٰكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ (47) وَاصْبِرْ لِحُكْمِ رَبِّكَ فَإِنَّكَ بِأَعْيُنِنَا ۖ وَسَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ حِينَ تَقُومُ (48) وَمِنَ اللَّيْلِ فَسَبِّحْهُ وَإِدْبَارَ النُّجُومِ (49)
الصفحة Page 525
(32) Of beveelt hun verstand hun dit, of zijn zij een overtredend volk?
(33) Of zeggen zij: "Hij heeft hem (de Koran) verzonnen"? Nee, zij geloven niet.
(34) Laten zij dan een bericht brengen dat daaraan gelijk is, als zij waarachtigen zijn.
(35) Of zijn zij uit niets geschapen, of zijn zij (zelf) de scheppers?
(36) Of hebben zij de hemelen en de aarde geschapen? Zelfs zij zijn er niet van overtuigd.
(37) Of bevinden zich bij hen de schaften van jouw Heer, of hebben zij de heerschappij?
(38) Of beschikken zij over een ladder (die tot in de hemel reikt) waarop zij kunnen afluisteren? Laat dan de afluisteraar onder hen met een duidelijk bewijs komen.
(39) Of zijn voor Hem de dochters en voor jullie de zonen?
(40) Of vraag jij van hen een beloning, zodat zij belast zijn met een schuld?
(41) Of is bij hen het onwaarneembare, zodat zij het kunnen opschrijven?
(42) Of willen zij een list beramen? Degenen die niet geloven zijn degenen die in een list versrikt raken.
(43) Of hebben zij een andere god dan Allah? Heilig is Allah, boven de deelgenoten die zij (Hem) toekennen.
(44) En als zij een stuk uit de hemel (zouden) zien neerstorten, dan zeggen zij: "Stapelwolken."
(45) Laat hen maar, totdat zij hun Dag ontmoeten waarop zij door de bliksemslag getroffen zullen worden.
(46) Op die Dag zal hun list niets baten, en zij zullen niet worden geholpen.
(47) En voorwaar, voor degenen die onrecht pleegden is er daarnaast nog een bestraffing, maar de meesten van hen weten het niet.
(48) Wees geduldig met de beschikking van jouw Heer. Voorwaar, jij bent in Onze Ogen. En prijs de Glorie van jouw Heer wanneer jij staat.
(49) En in de nacht, prijst Zijn Glorie, en (ook) bij het vervagen van de sterren (in de vroege ochtend).
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022