الحشر   سورة  : Al-Hashr


سورة Sura   الحشر   Al-Hashr
فَكَانَ عَاقِبَتَهُمَا أَنَّهُمَا فِي النَّارِ خَالِدَيْنِ فِيهَا ۚ وَذَٰلِكَ جَزَاءُ الظَّالِمِينَ (17) يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا اتَّقُوا اللَّهَ وَلْتَنظُرْ نَفْسٌ مَّا قَدَّمَتْ لِغَدٍ ۖ وَاتَّقُوا اللَّهَ ۚ إِنَّ اللَّهَ خَبِيرٌ بِمَا تَعْمَلُونَ (18) وَلَا تَكُونُوا كَالَّذِينَ نَسُوا اللَّهَ فَأَنسَاهُمْ أَنفُسَهُمْ ۚ أُولَٰئِكَ هُمُ الْفَاسِقُونَ (19) لَا يَسْتَوِي أَصْحَابُ النَّارِ وَأَصْحَابُ الْجَنَّةِ ۚ أَصْحَابُ الْجَنَّةِ هُمُ الْفَائِزُونَ (20) لَوْ أَنزَلْنَا هَٰذَا الْقُرْآنَ عَلَىٰ جَبَلٍ لَّرَأَيْتَهُ خَاشِعًا مُّتَصَدِّعًا مِّنْ خَشْيَةِ اللَّهِ ۚ وَتِلْكَ الْأَمْثَالُ نَضْرِبُهَا لِلنَّاسِ لَعَلَّهُمْ يَتَفَكَّرُونَ (21) هُوَ اللَّهُ الَّذِي لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ ۖ عَالِمُ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ ۖ هُوَ الرَّحْمَٰنُ الرَّحِيمُ (22) هُوَ اللَّهُ الَّذِي لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ الْمَلِكُ الْقُدُّوسُ السَّلَامُ الْمُؤْمِنُ الْمُهَيْمِنُ الْعَزِيزُ الْجَبَّارُ الْمُتَكَبِّرُ ۚ سُبْحَانَ اللَّهِ عَمَّا يُشْرِكُونَ (23) هُوَ اللَّهُ الْخَالِقُ الْبَارِئُ الْمُصَوِّرُ ۖ لَهُ الْأَسْمَاءُ الْحُسْنَىٰ ۚ يُسَبِّحُ لَهُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۖ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ (24)
الصفحة Page 548
(17) Het gevolg voor beiden (de huichelaars en de Joden) zal zijn dat zij in de hel zullen zijn, zij zullen daarin eeuwig levenden zijn. En dat is de vergelding voor de onrechtplegers.
(18) O jullie die geloven, vreest Allah en laat iedere ziel toezien op wat zij heeft vooruitgezonden voor de Volgende Dag. En vreest Allah. Voorwaar, Allah is Alziend over wat jullie doen.
(19) En weest niet zoals degenen die Allah vergaten, waarop Hij hen zichzelf deed vergeten. Zij zijn degenen die de zwaar zondigen zijn.
(20) De bewoners van de hel en de bewoners van het Paradijs zijn niet gelijk. De bewoners van het Paradijs zijn de winnaars.
(21) Als Wij deze Koran tot een berg hadden neergezonden, dan had jij deze zich zeker zien onderwerpen en zich splijten uit vrees voor Allah. Dat zijn de voorbeelden die Wij de mens geven. Hopelijk zullen zij zich laten vermanen.
(22) Hij is Allah, Degene naast Wie er geen god is dan Hij, de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, Hij is de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
(23) Hij is Allah, Degene naast Wie er geen god is dan Hij, de Heerser, de Heilige, de Schenker van veiligheid, de Vertrouwende, de Beschermer, de Almachtige, de Onweerstaanbare Onderwerper, de Trotse. Heilig is Hij boven wat zij Hem toekennen.
(24) Hij is Allah, de Schepper, de Voortbrenger, de Vormer, aan Hem behoren de Schone Namen. Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst Zijn Glorie. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022