النبإ   سورة  : An-Naba


سورة Sura   النبإ   An-Naba
إِنَّ لِلْمُتَّقِينَ مَفَازًا (31) حَدَائِقَ وَأَعْنَابًا (32) وَكَوَاعِبَ أَتْرَابًا (33) وَكَأْسًا دِهَاقًا (34) لَّا يَسْمَعُونَ فِيهَا لَغْوًا وَلَا كِذَّابًا (35) جَزَاءً مِّن رَّبِّكَ عَطَاءً حِسَابًا (36) رَّبِّ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا الرَّحْمَٰنِ ۖ لَا يَمْلِكُونَ مِنْهُ خِطَابًا (37) يَوْمَ يَقُومُ الرُّوحُ وَالْمَلَائِكَةُ صَفًّا ۖ لَّا يَتَكَلَّمُونَ إِلَّا مَنْ أَذِنَ لَهُ الرَّحْمَٰنُ وَقَالَ صَوَابًا (38) ذَٰلِكَ الْيَوْمُ الْحَقُّ ۖ فَمَن شَاءَ اتَّخَذَ إِلَىٰ رَبِّهِ مَآبًا (39) إِنَّا أَنذَرْنَاكُمْ عَذَابًا قَرِيبًا يَوْمَ يَنظُرُ الْمَرْءُ مَا قَدَّمَتْ يَدَاهُ وَيَقُولُ الْكَافِرُ يَا لَيْتَنِي كُنتُ تُرَابًا (40)
النازعات An-Naazi'aat
وَالنَّازِعَاتِ غَرْقًا (1) وَالنَّاشِطَاتِ نَشْطًا (2) وَالسَّابِحَاتِ سَبْحًا (3) فَالسَّابِقَاتِ سَبْقًا (4) فَالْمُدَبِّرَاتِ أَمْرًا (5) يَوْمَ تَرْجُفُ الرَّاجِفَةُ (6) تَتْبَعُهَا الرَّادِفَةُ (7) قُلُوبٌ يَوْمَئِذٍ وَاجِفَةٌ (8) أَبْصَارُهَا خَاشِعَةٌ (9) يَقُولُونَ أَإِنَّا لَمَرْدُودُونَ فِي الْحَافِرَةِ (10) أَإِذَا كُنَّا عِظَامًا نَّخِرَةً (11) قَالُوا تِلْكَ إِذًا كَرَّةٌ خَاسِرَةٌ (12) فَإِنَّمَا هِيَ زَجْرَةٌ وَاحِدَةٌ (13) فَإِذَا هُم بِالسَّاهِرَةِ (14) هَلْ أَتَاكَ حَدِيثُ مُوسَىٰ (15)
الصفحة Page 583
(31) Voorwaar, voor de Moettaqôen is er een overwinning.
(32) Tuinen en druivenstruiken.
(33) En jeugdige gezellinnen, gelijk in leeftijd.
(34) En een gevulde beker.
(35) Zij horen daar geen onzin en geen leugens.
(36) Als een beloning van jouw Heer, als afrekenende gift.
(37) De Heer der hemelen en der aarde en wat er tussen beide is, de Barmhartige. Zij zijn niet in staat Hem aan te spreken.
(38) Op die Dag staan de Geest (Djibrîl) en de Engelen in rijen opgesteld. Zij spreken niet, behalve na wie de Barmhartige toestemming verleent en die zegt wat juist is.
(39) Dat is de Dag van de Waarheid. Laat wie wil daarom een terugkeer naar zijn Heer afleggen.
(40) Voorwaar, Wij hebben jullie gewaarschuwd voor een nabije bestraffing op de Dag dat de mens zal kijken naar wat zijn handen vroeger bedreven, en waarop de ongelovige zal zeggen: "O wee, was ik maar aarde."
النازعات An-Naazi'aat
(1) Bij de hard uitrukkenden.
(2) Bij de zacht uittrekkenden.
(3) Bij de snel uitvoerenden.
(4) De snel voorbijstrevenden.
(5) De uitvoerenden van een bevel.
(6) Op de Dag waarop de bevende doet beven.
(7) Zal deze gevolgd worden door de (tweede) beving.
(8) De harten zullen op die Dag bonzen.
(9) Hun ogen zullen angstig teneergeslagen zijn.
(10) Zij zeggen: "Zullen wij zeker worden teruggebracht in de vorige staat?
(11) Als wij vergruisde beenderen zijn geworden?"
(12) Zij zeggen: "Dat is dan een verliesgevende terugkeer.
(13) En voorwaar, het zal slechts één enkele stoot zijn.
(14) En dan staan zij op het aardoppervlak.
(15) Heeft het verhaal van Môesa jou bereikt?
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022