الإسراء   سورة  : Al-Israa


سورة Sura   الإسراء   Al-Israa
وَمَا مَنَعَنَا أَن نُّرْسِلَ بِالْآيَاتِ إِلَّا أَن كَذَّبَ بِهَا الْأَوَّلُونَ ۚ وَآتَيْنَا ثَمُودَ النَّاقَةَ مُبْصِرَةً فَظَلَمُوا بِهَا ۚ وَمَا نُرْسِلُ بِالْآيَاتِ إِلَّا تَخْوِيفًا (59) وَإِذْ قُلْنَا لَكَ إِنَّ رَبَّكَ أَحَاطَ بِالنَّاسِ ۚ وَمَا جَعَلْنَا الرُّؤْيَا الَّتِي أَرَيْنَاكَ إِلَّا فِتْنَةً لِّلنَّاسِ وَالشَّجَرَةَ الْمَلْعُونَةَ فِي الْقُرْآنِ ۚ وَنُخَوِّفُهُمْ فَمَا يَزِيدُهُمْ إِلَّا طُغْيَانًا كَبِيرًا (60) وَإِذْ قُلْنَا لِلْمَلَائِكَةِ اسْجُدُوا لِآدَمَ فَسَجَدُوا إِلَّا إِبْلِيسَ قَالَ أَأَسْجُدُ لِمَنْ خَلَقْتَ طِينًا (61) قَالَ أَرَأَيْتَكَ هَٰذَا الَّذِي كَرَّمْتَ عَلَيَّ لَئِنْ أَخَّرْتَنِ إِلَىٰ يَوْمِ الْقِيَامَةِ لَأَحْتَنِكَنَّ ذُرِّيَّتَهُ إِلَّا قَلِيلًا (62) قَالَ اذْهَبْ فَمَن تَبِعَكَ مِنْهُمْ فَإِنَّ جَهَنَّمَ جَزَاؤُكُمْ جَزَاءً مَّوْفُورًا (63) وَاسْتَفْزِزْ مَنِ اسْتَطَعْتَ مِنْهُم بِصَوْتِكَ وَأَجْلِبْ عَلَيْهِم بِخَيْلِكَ وَرَجِلِكَ وَشَارِكْهُمْ فِي الْأَمْوَالِ وَالْأَوْلَادِ وَعِدْهُمْ ۚ وَمَا يَعِدُهُمُ الشَّيْطَانُ إِلَّا غُرُورًا (64) إِنَّ عِبَادِي لَيْسَ لَكَ عَلَيْهِمْ سُلْطَانٌ ۚ وَكَفَىٰ بِرَبِّكَ وَكِيلًا (65) رَّبُّكُمُ الَّذِي يُزْجِي لَكُمُ الْفُلْكَ فِي الْبَحْرِ لِتَبْتَغُوا مِن فَضْلِهِ ۚ إِنَّهُ كَانَ بِكُمْ رَحِيمًا (66)
الصفحة Page 288
(59) En niets verhinderde Ons de Tekenen neer te zenden dan dat de voorafgaaden hen loochenden. En Wij gaven de Tsamôed de vrouwtjeskameel, als een duidelijk zichtbaar (Teken) maar zij behandelden haar onrechtvaardig. En Wij zenden de Tekenen alleen maar om (hen) te doen vrezen.
(60) En (gedenk) toen Wij zeiden dat jouw Heer de mensheid omvat. En Wij hebben jou de waarneming die wij jou lieten zien slechts als een beproeving voor mensen gegeven; en (ook) de vervloekte boom in de Koran. En Wij jagen hen vrees aan: maar het venneerdert bij hen niets dan een grote overtreding.
(61) En toen Wij tot de Engelen zeiden: "Kniel jullie neer voor Adam," toen knielden zij allen, behalve Iblîs (Satan). Hij zei: "Moet ik (mij) neerknielen voor iemand die U uit aarde heeft geschapen?"
(62) Hij (Iblîs) zei: "Ziet U? Dat is degene die U boven mij geëerd hebt. Indien U mij uitstel geeft tot de Dag der Opstanding zal ik zeker zijn nageslacht doen dwalen, op weinigen na."
(63) Hij (Allah) zei: "Ga heen; wie van hen jou volgt: voorwaar: de Hel zal jullie beloning zijn, als een volledige beloning!
(64) En rui van hen op wie jij kan met jouw stem, en val hen aan met je paarden en je voetvolk, en deel rijkdommem en kinderen met hen en doe hen beloften." En de Satan belooft ben niets dan bedrog.
(65) Voorwaar, jij hebt geen macht over Mijn dienaren. En jouw Heer is voldoende als Beschemer."
(66) Jullie Heer is Degene Die voor jullie de schepen op zee doet varen, opdat jullie van Zijn gunsten zoeken. Voorwaar, Hij is voor jullie Meest Barmhartig.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022