لقمان Luqman
(1) Alif Lâm Mîm.
(2) Dit zijn de Verzen van het wijze Boek.
(3) Als Leiding en Barmhartigheid voor de weldoeners.
(4) Degenen die de shalât onderhouden en de zakât geven, en zij zijn overtuigd van het Hiernamaals.
(5) Zij zijn het die de Leiding van hun Heer volgen en zij zijn de welslagenden.
(6) En er zijn er onder de mensen die onzinnige praat kopen om te doen afdwalen van de Weg van Allah, zonder kennis, en die het (de Islam) bespotten. Zij zijn degenen voor wie er een vernederende bestraffing is.
(7) En wanneer Onze Verzen aan hem worden voorgedragen, dan wendt hij zich er hoogmoedig van af, alsof hij ze niet hoort. Het is alsof er in zijn oren doofheid is. Verkondig hem daarom een pijnlijke bestraffing.
(8) Voorwaar, degenen die geloven en goede werken verrichten: voor hen zijn er de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs).
(9) Zij Zijn eeuwig levenden daarin, als een belofte van Allah die waar is, en Hij is de Almachtige, de Alwijze.
(10) Hij schiep de hemelen en de aarde, zonder pilaren die jullie kunnen zien, en Hij plaatste op de aarde bergen opdat zij jullie niet zou doen wankelen, en Hij verspreidde daarop allerlei soorten dieren. En Wij zenden water uit de hemel, waarna Wij er allerlei soorten rijke gewassen op doen groeien.
(11) Dat is de schepping van Allah. Toont Mij wat degenen buiten Allah hebben geschapen. Maar de onrechtplegers verkeren in duidelijke dwaling.