يس   سورة  : Yaseen


سورة Sura   يس   Yaseen
إِنَّ أَصْحَابَ الْجَنَّةِ الْيَوْمَ فِي شُغُلٍ فَاكِهُونَ (55) هُمْ وَأَزْوَاجُهُمْ فِي ظِلَالٍ عَلَى الْأَرَائِكِ مُتَّكِئُونَ (56) لَهُمْ فِيهَا فَاكِهَةٌ وَلَهُم مَّا يَدَّعُونَ (57) سَلَامٌ قَوْلًا مِّن رَّبٍّ رَّحِيمٍ (58) وَامْتَازُوا الْيَوْمَ أَيُّهَا الْمُجْرِمُونَ (59) ۞ أَلَمْ أَعْهَدْ إِلَيْكُمْ يَا بَنِي آدَمَ أَن لَّا تَعْبُدُوا الشَّيْطَانَ ۖ إِنَّهُ لَكُمْ عَدُوٌّ مُّبِينٌ (60) وَأَنِ اعْبُدُونِي ۚ هَٰذَا صِرَاطٌ مُّسْتَقِيمٌ (61) وَلَقَدْ أَضَلَّ مِنكُمْ جِبِلًّا كَثِيرًا ۖ أَفَلَمْ تَكُونُوا تَعْقِلُونَ (62) هَٰذِهِ جَهَنَّمُ الَّتِي كُنتُمْ تُوعَدُونَ (63) اصْلَوْهَا الْيَوْمَ بِمَا كُنتُمْ تَكْفُرُونَ (64) الْيَوْمَ نَخْتِمُ عَلَىٰ أَفْوَاهِهِمْ وَتُكَلِّمُنَا أَيْدِيهِمْ وَتَشْهَدُ أَرْجُلُهُم بِمَا كَانُوا يَكْسِبُونَ (65) وَلَوْ نَشَاءُ لَطَمَسْنَا عَلَىٰ أَعْيُنِهِمْ فَاسْتَبَقُوا الصِّرَاطَ فَأَنَّىٰ يُبْصِرُونَ (66) وَلَوْ نَشَاءُ لَمَسَخْنَاهُمْ عَلَىٰ مَكَانَتِهِمْ فَمَا اسْتَطَاعُوا مُضِيًّا وَلَا يَرْجِعُونَ (67) وَمَن نُّعَمِّرْهُ نُنَكِّسْهُ فِي الْخَلْقِ ۖ أَفَلَا يَعْقِلُونَ (68) وَمَا عَلَّمْنَاهُ الشِّعْرَ وَمَا يَنبَغِي لَهُ ۚ إِنْ هُوَ إِلَّا ذِكْرٌ وَقُرْآنٌ مُّبِينٌ (69) لِّيُنذِرَ مَن كَانَ حَيًّا وَيَحِقَّ الْقَوْلُ عَلَى الْكَافِرِينَ (70)
الصفحة Page 444
(55) Voorwaar, de bewoners van het Paradijs zullen op deze Dag bezig zijn te genieten.
(56) Zij en hun echtgenotes zullen zich in schaduwen bevinden, op rustbanken leunend.
(57) Voor hen zijn er vruchten en voor hen is er wat zij verlangen.
(58) "Salâm!" Een Woord van een Meest Barmhartige Heer.
(59) Gaat op deze Dag (van de gelovigen) weg, O jullie misdadigers!
(60) Heb ik jullie, O kinderen van Adam, niet opgedragen om de Satan niet te dienen? Voorwaar, hij is voor jullie een duidelijke vijand.
(61) En aanbidt Mij: dat is het rechte Pad.
(62) En voorzeker, hij heeft vele schepselen onder jullie doen dwalen. Gebruikten jullie je verstand dan niet?
(63) Dit is de Hel waarvoor jullie gewaarschuwd plachen te worden.
(64) Gaat haar op deze Dag binnen wegens wat jullie plachten niet te geloven.
(65) Op die Dag plaatsen Wij een zegel op hun monden, en hun handen zullen tot Ons spreken en hun voeten zullen getuigen over wat zij plachten te verrichten.
(66) En als Wij gewild hadden, dan hadden Wij zeker het gezichtvermogen uitgewist van hun ogen, waarna zij een wedloop naar het Pad zouden houden, maar hoe zouden zij (dat) kunnen zien?
(67) En als Wij gewild hadden, dan hadden Wij hun gestalten veranderd op hun plaatsen (van zondigheid), waarna zij niet weg zouden kunnen gaan en niet terug zouden gaan.
(68) En voor wie Wij de leeftijd verlengen doen Wij zijn lichaam verzwakken. Denken zij dan niet na?
(69) En Wij hebben hem (Mohammed) het dichten niet onderwezen en het past hem niet. Het is niets dan een Vermaning en een duidelijke Koran.
(70) Opdat hij de levenden zal waarschuwen en opdat het Woord (van bestraffing) voor de ongelovigen bewaarheid wordt.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022