القمر   سورة  : Al-Qamar


سورة Sura   القمر   Al-Qamar
وَمَا أَمْرُنَا إِلَّا وَاحِدَةٌ كَلَمْحٍ بِالْبَصَرِ (50) وَلَقَدْ أَهْلَكْنَا أَشْيَاعَكُمْ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ (51) وَكُلُّ شَيْءٍ فَعَلُوهُ فِي الزُّبُرِ (52) وَكُلُّ صَغِيرٍ وَكَبِيرٍ مُّسْتَطَرٌ (53) إِنَّ الْمُتَّقِينَ فِي جَنَّاتٍ وَنَهَرٍ (54) فِي مَقْعَدِ صِدْقٍ عِندَ مَلِيكٍ مُّقْتَدِرٍ (55)
الرحمن Ar-Rahmaan
الرَّحْمَٰنُ (1) عَلَّمَ الْقُرْآنَ (2) خَلَقَ الْإِنسَانَ (3) عَلَّمَهُ الْبَيَانَ (4) الشَّمْسُ وَالْقَمَرُ بِحُسْبَانٍ (5) وَالنَّجْمُ وَالشَّجَرُ يَسْجُدَانِ (6) وَالسَّمَاءَ رَفَعَهَا وَوَضَعَ الْمِيزَانَ (7) أَلَّا تَطْغَوْا فِي الْمِيزَانِ (8) وَأَقِيمُوا الْوَزْنَ بِالْقِسْطِ وَلَا تُخْسِرُوا الْمِيزَانَ (9) وَالْأَرْضَ وَضَعَهَا لِلْأَنَامِ (10) فِيهَا فَاكِهَةٌ وَالنَّخْلُ ذَاتُ الْأَكْمَامِ (11) وَالْحَبُّ ذُو الْعَصْفِ وَالرَّيْحَانُ (12) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (13) خَلَقَ الْإِنسَانَ مِن صَلْصَالٍ كَالْفَخَّارِ (14) وَخَلَقَ الْجَانَّ مِن مَّارِجٍ مِّن نَّارٍ (15) فَبِأَيِّ آلَاءِ رَبِّكُمَا تُكَذِّبَانِ (16)
الصفحة Page 531
(50) En Ons bevel is niets meer dan één Woord, als een oogwenk.
(51) En voorzeker, Wij hebben jullie soortgenoten vernietigd, is er dan iemand die er lering uit trekt?
(52) En alle dingen die zij doen, staan in Schriften.
(53) En al het kleine en het grote is vastgelegd.
(54) Voorwaar, de Moettaqôen verblijven in Tuinen en rivieren (het Paradijs).
(55) In een waarachtige verblijfplaats, bij een machtige Heerser.
الرحمن Ar-Rahmaan
(1) De Erbarmer.
(2) Hij heeft de Koran onderwezen.
(3) Hij heeft de mens geschapen.
(4) Hij heeft hem de duidelijke verklaring onderwezen.
(5) De zon en de maan volgen de berekende banen.
(6) En de struiken en de bomen knielen zich neer.
(7) En Hij heeft de hemel opgeheven en Hij heeft de weegschaal geplaatst.
(8) Opdat jullie het evenwicht niet verstoren.
(9) En houdt de weegschaal in evenwicht met rechtvaardigheid en neemt niets van de weegschaal af.
(10) En Hij heeft de aarde bereid voor de schepselen.
(11) Daarop zijn vruchten en dadelpalmen met kolven.
(12) En graan in aren en geurige planten.
(13) Welke gunsten van jullie (Djinn's en mensen) Heer loochenen jullie dan?
(14) Hij heeft de mens geschapen van droge klei, als aardewerk.
(15) En Hij heeft de Djinn's geschapen van een rookloze vlam van vuur.
(16) Welke gunsten van jullie Heer loochenen jullie dan?
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022