الواقعة   سورة  : Al-Waaqia


سورة Sura   الواقعة   Al-Waaqia
يَطُوفُ عَلَيْهِمْ وِلْدَانٌ مُّخَلَّدُونَ (17) بِأَكْوَابٍ وَأَبَارِيقَ وَكَأْسٍ مِّن مَّعِينٍ (18) لَّا يُصَدَّعُونَ عَنْهَا وَلَا يُنزِفُونَ (19) وَفَاكِهَةٍ مِّمَّا يَتَخَيَّرُونَ (20) وَلَحْمِ طَيْرٍ مِّمَّا يَشْتَهُونَ (21) وَحُورٌ عِينٌ (22) كَأَمْثَالِ اللُّؤْلُؤِ الْمَكْنُونِ (23) جَزَاءً بِمَا كَانُوا يَعْمَلُونَ (24) لَا يَسْمَعُونَ فِيهَا لَغْوًا وَلَا تَأْثِيمًا (25) إِلَّا قِيلًا سَلَامًا سَلَامًا (26) وَأَصْحَابُ الْيَمِينِ مَا أَصْحَابُ الْيَمِينِ (27) فِي سِدْرٍ مَّخْضُودٍ (28) وَطَلْحٍ مَّنضُودٍ (29) وَظِلٍّ مَّمْدُودٍ (30) وَمَاءٍ مَّسْكُوبٍ (31) وَفَاكِهَةٍ كَثِيرَةٍ (32) لَّا مَقْطُوعَةٍ وَلَا مَمْنُوعَةٍ (33) وَفُرُشٍ مَّرْفُوعَةٍ (34) إِنَّا أَنشَأْنَاهُنَّ إِنشَاءً (35) فَجَعَلْنَاهُنَّ أَبْكَارًا (36) عُرُبًا أَتْرَابًا (37) لِّأَصْحَابِ الْيَمِينِ (38) ثُلَّةٌ مِّنَ الْأَوَّلِينَ (39) وَثُلَّةٌ مِّنَ الْآخِرِينَ (40) وَأَصْحَابُ الشِّمَالِ مَا أَصْحَابُ الشِّمَالِ (41) فِي سَمُومٍ وَحَمِيمٍ (42) وَظِلٍّ مِّن يَحْمُومٍ (43) لَّا بَارِدٍ وَلَا كَرِيمٍ (44) إِنَّهُمْ كَانُوا قَبْلَ ذَٰلِكَ مُتْرَفِينَ (45) وَكَانُوا يُصِرُّونَ عَلَى الْحِنثِ الْعَظِيمِ (46) وَكَانُوا يَقُولُونَ أَئِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَامًا أَإِنَّا لَمَبْعُوثُونَ (47) أَوَآبَاؤُنَا الْأَوَّلُونَ (48) قُلْ إِنَّ الْأَوَّلِينَ وَالْآخِرِينَ (49) لَمَجْمُوعُونَ إِلَىٰ مِيقَاتِ يَوْمٍ مَّعْلُومٍ (50)
الصفحة Page 535
(17) Onder hen gaan eeuwig jeugdigen rond.
(18) Met bokalen en kannen en glazen, gevuld aan een stromende bron.
(19) Waarvan zij geen hoofdpijn krijgen en niet dronken worden.
(20) En vruchten waaruit zij kunnen kiezen.
(21) En vlees van gevogelte, wat zij maar verlangen.
(22) En schonen met schitterende ogen.
(23) Gelijk welbewaarde parels.
(24) Als een beloning voor wat zij plachten te doen.
(25) Zij horen daarin geen onzin en geen zondigheid.
(26) Slechts het zeggen van: "Vrede! Vrede!"
(27) En de mensen van de rechterzijde, (wat een voorspoed voor) de mensen van de rechterzijde!
(28) Temidden van lotusbomen zonder doornen.
(29) En bananenbomen vol met vruchten.
(30) En langdurige schaduw.
(31) En stromend water.
(32) En fruit in overvloed.
(33) Niet onderbroken en niet verboden.
(34) Op verhoogde rustbedden.
(35) Voorwaar, Wij hebben hen (de vrouwen in het Paradijs) opnieuw geschapen.
(36) En Wij hebben hen maagdelijk gemaakt.
(37) Liefdevol en gelijk in leeftijd.
(38) Voor de mensen aan de rechterzijde.
(39) Een aantal van de vroegeren (groepen).
(40) En een aantal van de lateren.
(41) En de mensen van de linkerzijde, (wat een tegenspoed voor) de mensen aan de linkerzijde!
(42) (Zij verkeren) in een verzengende wind en kokend water.
(43) En schaduwen van zwarte rook.
(44) Niet koel en niet weldadig.
(45) Voorwaar, zij plachten voorheen in weelde te leven.
(46) En zij volhardden in geweldige zondigheid.
(47) Zij plachten te zeggen: "Als wij gestorven zijn en tot stof en botten zijn geworden, zullen wij dan zeker opgewekt worden?
(48) En ook onze voorvaderen?"
(49) Zeg: "Voorwaar, de vroegeren en de lateren."
(50) Zij zullen zeker bijeengebracht worden op het bepaalde tijdstip van een bekende Dag.
 


اتصل بنا | الملكية الفكرية DCMA | سياسة الخصوصية | Privacy Policy | قيوم المستخدم

آيــــات - القرآن الكريم


© 2022